donderdag 6 maart 2008

“CAP-vriend” mailde mij(3): Mijn analyse van de analyse van CAP over sluiting Moerbeke


Aan: “CAP-vriend”
Van: MIJ
Onderwerp: (reactie op)…RE: Moerbeke…..
Datum: woensdag
16 januari 2008.

Ik wil even terugkomen op mijn mail (zie in artikel ' "CAP-vriend" mailde mij(2)', Paul Vermeer) die ik spontaan uittikte. Ze gaf jou aanleiding om enthousiast te reageren en een mogelijkheid van samenwerking in de organisatie van vormingsavonden voor te stellen. Nu ik wat info heb gelezen en ook de twee artikels op de website van CAP, wil ik wel wat duidelijkheid verschaffen.
Mijn woorden herlezend denk ik dat ik het allemaal wat dubbelzinnig formuleerde.

Nog even duidelijk:
De taak van een voorhoede-organisatie hier ligt
erin (voor zover zij van buiten werkt) om te ontmaskeren, te analyseren, wetmatigheden bloot te leggen. Zij moet voorzichtig zijn met vooraf al een direct strijdplatform te geven of voor te stellen.
Wel moet, door diskussie, en door INTERNE werking (de EIGEN mensen onder de betrokken werkers), vastgesteld worden wat maximale strijdplatform is waarop de meerderheid zich wil verenigen om te strijden, Vaststellen is hier het juiste woord niet omdat de INTERNEN ook (aangepast) diskuteren op basis van de totale ontmaskering en daarom punten aanbrengen van de uiteindelijke noodzaak van revolutionaire strijd.

Waarom zeg ik dat een voorhoede-organisatie voorzichtig moet zijn met vooraf al een direct strijdplatform te geven?

1. Het is maar de vraag of de voorhoede-organisatie juist formuleert wat het maximaal mogelijke strijdplatform waar de meerderheid bereid is voor te strijden, of dat het "spontaan" gerijpte strijdplatform is waarop de betrokken werkers ook vanuit directe woede "spontaan" in de strijd hebben geworpen?

2. Door een direct strijdplatform zelf voor te stellen doet de voorhoede-organisatie alsof DAT het uiteindelijk strijdobjectief is. Het AANTONEN van de noodzaak van de revolutie wordt naar de achtergrond gedrongen. De concrete analyse die aantoont dat ook de concrete strijdsituatie VOOR de belangen van de betrokken werkers en de concrete aanval van de concrete betrokken kapitalisten (gesteund door hun staat) TEGEN die belangen, aantoont dat UITEINDELIJK voor een juiste en permanente oplossing voor de belangen van de werkers de onteigening van de onteigenaars en dus de revolutie en opbouw van het socialisme OP DE AGENDA moet worden gezet. Zij zegt: "EERST NU een HERVERDELING van de meerwaarde in het voordeel van de belangen van de betrokken werkers." Waarna er in het beste geval een héél vage en formele verwijzing volgt van ALGEMENE noodzaak van revolutie.

3. De voorhoedeorganisatie doet zich op een openlijke (en door de parlementaire democratie voorlopig nog toegelaten) manier voor alsof zij de beste verdediger is van het (vastgestelde of voorgestelde )strijdplatform van de betrokkenen. Waarom? Opdat het IMAGO en het PROFIEL van de voorhoede-organisatie zou erkend worden: "De beste verdedigers van het best mogelijke strijdprogramma dat door de betrokken werkers kon worden naar voren geschoven." En waarom dat dan? Opdat men op haar zou stemmen in latere verkiezingen en van de voorhoede-organisatie "een politiek verlengstuk in het parlement te maken van de strijd van de betrokkenen voor hun werk en loon". Dit is reformisme.

Waarom stel ik dat de taak van een voorhoede-organisatie erin ligt (voor zover zij van BUITEN AF werkt dus als er geen militanten of zelfs maar simpathisanten ZELF arbeider zijn in die suikerfabriek in dit geval) om te ontmaskeren, te analyseren, wetmatigheden bloot te leggen?
Omdat de voorhoede-organisatie in alle vormen van klassenstrijd de mensen wil duidelijk maken (zij zijn er door het opdoen van ervaringen er zeker gevoeliger aan) dat (in ons Europees geval) NU OP DE AGENDA MOET STAAN: Onverwerping van de Europese staat, onteigening van de het Europees kapitaal, instaleren van overheidsbedrijven onder controle van de macht van de werkers als resultaat van de strijd van een Europese strijdmacht van werkers, de invoering van het socialisme.
De mogelijkheden hoe klein ook tot uitbouw van zo’n Europese strijdmacht met een revolutionaire taak moet doorheen alle vormen van klassenstrijd zover mogelijk gebruikt worden. Elk resultaat op dat vlak als dat behaald wordt in die periode van klassenstrijd is een objectieve overwinning en moet dan ook overal (in andere strijdsituaties) zo gepropageerd worden. Dit is een vorm van de "ervaringen in de praktijk waardoor de werkende klasse leert".
Dit ook omdat het resultaat van momenten van klassenstrijd nooit is wat men er van het begin heeft ingestoken: een strijd voor OPENHOUDEN van de mijnen had als resultaat een heel goede ontslagregeling voor de mijnwerkers. Forges de Clabecq bleef open door de strijd maar zonder de sindikale delegatie die de strijd geleid had en met slechtere werkomstandigheden dan voordien.
Het concrete netto-resultaan van de strijd voor werk in de suikerfabriek zal misschien ook zijn: een "goed" sociaal plan.
Dit
kan als een overwinning beschouwd worden als de strijd voor de revolutie materieel vooruitgang heeft gehad.
Dit is eerder een "schijn"- overwinning (om niet te spreken van nederlaag) als dit "goed" sociaal plan het resultaat is van afspraken van reformistische vakbondsleiders (of het verkrijgen van de leiding van de strijd door reformistische organisaties) om door het doordrukken van dit plan elk hoger bewustzijn, elke mogelijke "vakbondsvernieuwing", (bijvoorbeeld opbouw van organisationele banden met andere vakbonden in andere landen enz…), elke volgehouden vastberaden strijd af te blokken.

Dit gezegd zijnde doe ik in bijlage een poging tot analyse, hieronder.

Groeten,

Krachtlijnen van mijn analyse:

Om te weten hoe men moet reageren tegen de sluiting van de suikerfabriek in Moerbeke en tegen de gevolgen voor de werkers en boeren hierbij, moet men de wetmatigheden van het kapitalistisch systeem kennen en hoe zij concreet hier werken.
- Je hebt de ontwikkeling van steeds grotere geglobaliseerde monopolies.
- Er is de algemene crisis van het imperialisme van overproduktie en overcapaciteit.
Overcapaciteit betekent dat als de volle productiecapaciteit gebruikt wordt er overproduktie is.
- Het wegvallen van de Soviet-Unie en de mogelijkheid van het imperialisme om zich te ontwikkelen in
China, hetgeen een gevaar inhoud voor het voortbestaan van een socialistisch systeem dat een kwart van de mensheid omspant.
- Er worden staten uitgebouwd die deze ontwikkeling ondersteunen, het gevaar voor overcapaciteit proberen te omzeilen door agressieve concurrentie, het veroveren van marktaandelen op concurrentie, kostenverlaging door controle over grondstoffenbronnen (de landbouwsector is ook een bron van grondstoffen) en een verhoging van de uitbuitingsgraad van de werkers.
- Er is een politiek van opleggen van privatisering van staatsbedrijven, waarna die bedrijven opgeslorpt worden door grote monopolies. Invoerheffingen en uitvoerbeperkingen moeten verdwijnen, zodat de monopolies vrijelijk kunnen markten veroveren, plaatselijke produktie controleren zodat de "export" geen "nationale produkten"meer zijn maar produkten van die monopolies die ze verplaatst naar plaatsen met hogere verwerking of naar markten elders in de wereld.

Europa is uitgebouwd als staatapparaat ten dienste van de kapitalisten, en is vooral gunstig voor de grootsten onder hen, de monopoliekapitalisten.
Europa moet de concurrentiepositie van de eerder "Europese" kapitalisten verdedigen, de nodige infrastruktuur leveren voor hun ontwikkeling en ontplooiing, de kapitalistische uitbuiting bestendigen en het voortbestaan van het kapitalisme verdedigen en elk verzet tegen dat voorbestaan breken. Ook moet Europa de gevolgen van de algemene crisis waarin het kapitalisme zit, zoveel mogelijk lenigen en verzachten voor de "Europese" kapitalisten. Europa moet de concurrentie organiseren, de markten beschermen, de grondstoffen garanderen… dus als het nodig is de nodige oorlogen organiseren.
Een "onderdeel" in héél dit spel zijn de "concurrentievervalsende" steun aan de "eigen landbouw" en alle vormen van "exportsteun" aan de produkten van die "eigen landbouw".
De suiker afkomstig van bieten is een grondstof voor hogere verwerking. Maar er zijn alternatieven en er is een stagnering in de absorptie van de suiker door de markt.

Het argument voor de sluiting van de suikerfabriek in Moerbeke is "de overcapaciteit".
Het centraal probleem bij de sluiting van de suikerfabriek in Moerbeke is de "overproduktie" van suiker, oftewel de "overcapaciteit" van de suikerraffinerende industrie.
De overproduktie en/of overcapaciteit is manifest in héél de huidige kapitalistische produktiewijze in het stadium van wereldoverheersend imperialisme.

Er wordt door Europa een voor de monopolies gunstige regeling uitgewerkt om capaciteit AF TE BOUWEN, eventueel om interessante plaatsen te CONCENTREREN (en eventueel weer UIT TE BREIDEN en zo goedkoper en produktiever concurrenten te kunnen verslaan en hun markten te veroveren. Wat voor één of enkele monopolies een oplossing is is dat geen oplossing voor wéér een toekomstige dreigende overcapaciteit. Dan zal het er weer op aankomen dat dat bij de CONCURRENT een probleem is en voor het winnend monopolie juist een VOORDEEL.
Als boeren nu overgaan naar andere teelten, zullen gelijkaardige zaken zich dus ook weer voordoen, en soms sneller dan men denkt.
Of er nu een verwerkingscapaciteit in Moerbeke openblijft en dat er elders één sluit, dat is een keuze die gemaakt wordt op basis van de minste kosten (en dus de eventuele grootste "steun", die men hierbij van Europa krijgt)
Voor AL de (overblijvende) werkers in de suikerraffinage-industrie zal (zoals voor
AL de werkers in alle sectoren in Europa) de uitbuitingsgraad verhogen, en zal hun productiviteit verhogen doordat ze in grotere eenheden zullen werken (met in het totaal MINDER werkers).

In al de sectoren zijn er herstruktureringen ten gevolge van de chronische overcapaciteit op alle vlak.
Door vernietiging van productiecapaciteit onstaat er weer een situatie waar SCHIJNBAAR ten gevolge van "herstel van vraag en aanbod" maar concreet door monopolipositie en speculatie men weer prijzen kan verhogen. Een algemene prijsverhoging moet men beschouwen als een wereldwijde VERLAGING van het arbeidsloon door de monopoliekapitalisten en dus VERGROTING van de uitbuitingsgraad.
De suiker, maar ook de granen, de koffie, de cacao, het vlees en de groenten en hun respectievelijke verwerking, raffinage, vervoer en distributie is in handen en wordt gecontroleerd door quasi dezelfde monopolies. De boeren zijn grotendeels te beschouwen als arbeiders aan stukloon of als thuiswerkers. Zij zijn virtueel GEEN eigenaar van hun produktiemiddelen, daar alles gehypothekeerd is, door de financierafdelingen van weer dezelfde monopoliekapitalisten.
Het zijn dezelfde monopoliekapitalisten, of hun Europese afdelingen ervan, die Europa als hun staatsapparaat uitbouwen.

Doorheen de huidige strijd die de werkers gestart zijn om hun werk te behouden, de bron van hun inkomen voor hun bestaan, kunnen ze niet anders dat strijden voor het openhouden van het bedrijf met een volledige tewerkstelling, op kosten van de kapitalisten. Hoe de kapitalisten die "kosten" onderling verdelen en verrekenen is voor de werkers van geen tel.
Maar die strijd is in ongelijke krachtsverhouding: 95 werkers met tegenover zich de kapitalisten gesteund door hun staatapparaat met hun mogelijkheden van repressie en ideologische beïnvloeding. Bij die beïnvloeding horen: de controle over mogelijkheden van inkomen gedurende de strijd: de stakingsvergoeding die "hun" vakbond kunnen of willen geven, de reformistische ideologie bij de sindikale kaders en leiding en bij "zogenaamde bondgenoten".
Elke organisatie die een organisatie van die werkers meent te zijn, moet de mogelijkheden geven of zelf nemen om de strijd voor werk en arbeidsinkomen zoveel mogelijk te veralgemenen naar de andere werkers toe. Dat is geen garantie dat de concrete strijd voor behoud van 95 arbeidsplaatsen in een "behouden" bedrijf met een oplosssing van verwerking van welk landbouwprodukt dan ook van de betreffende landbouwer-leveranciers, volledig gewonnen zal worden.
De strijd van de getroffen werkers, arbeiders in het bedrijf en de boeren-leveranciers betreft schijnbaar maar één produkt suiker, maar een gelijkaardige strijd is er of zal er komen rond andere gronstoffen vanuit de landbouw en haar verwerking zoals groente, melkprodukten, vlees, graan enz…
De strijd tegen afbouw van bedrijven, die netto er één is tegen de AFBOUW van productiecapaciteit waar dat het de kapitalisten het minste kost en de CONCENTRATIE van MODERNERE produktiecapaciteiten op de plaatsen waar de beste winstvooruitzichten zijn is er één in AL de sectoren. (bijvoorbeeld in de chemiesector…) Dit beseffen is de basis van ontwikkeling van actie en steun van elders. Dit beseffen
kan ook vanuit elders een druk op de bestaande vakbonden betekenen om op grotere schaal acties te organiseren.

Aan al die sluitingen, herstruktureringen, afbouw van sociale zekerheid en pensioenen kan maar een einde komen als de werkende klasse van Europa, georganiseerd in een massale strijdorganisatie en gestaald in verschillende strijdsituaties het Europees kapitalistisch staatapparaat vernietigt, de kapitalisten onteigent en het socialisme invoert, met door de macht van de werkers gecontroleerde oveheidsbedrijven die produceren volgens de socialistische planeconomie naar BEHOEFTE en NIET meer naar KOOPKRACHTIGE vraag.
De arbeiders en boeren van Moerbeke iets anders voor houden is hen bedriegen.

JE kan wel de chaos en anarchie van de kapitalistische productiewijze "ontmaskeren" door te wijzen dat voor de VERNIETIGING van productiekapaciteit de hoofdaandeelhouders en dus eigenaars-kapitalisten van de fabriek BELOOND worden, waarbij de werkers van hun inkomen BEROOFT worden. Ook werden de kapitalisten voor hun OVERPRODUKTIE beloond met 11,5 miljoen euro winst.

CAP zegt:
"Met de sluiting van Moerbeke krijgt Finasucre, de holding van Lippens, 53 miljoen euro in handen!
Dat is geld van ons allemaal, belastingbetalers. Dat is geld dat terug moet naar de arbeiders en de boeren!
Zij hebben jarenlang gewerkt en de fabriek groot gemaakt!
Lippens heeft geïnvesteerd in
Congo en Australië. Het zijn niet de boeren van ginder die profiteren van de afbouw van de suikerquota. " BEDENKING
Dit gebeurd overal in het kapitalistische Europa en is het gevolg van het klassekarakter van het staatsapparaat en de bestaan van het wereldwijde imperialisme. Op basis van de gegevens vanuit het artikel uit de Standaard 28 december 2007, kun je dit duidelijk maken. Het is niet omwille van de suiker-boeren in Europa tegenover (riet)suiker boeren in Brazilië, Thailand en Australië dat het landbouwbeleid van Europa (over hier specifiek de suiker dan) moet veranderen. Het gaat over de mogelijkheden van concurrentie en marktpenetratie van monopolies elders op de markt van Europa, waarbij de Europese monopolies voor de niet-Europese monopolies een "concurrentievervalsing" zou hebben. Een instituut (dat als onderdeel van een wereldstaatsapparaat zou kunnen worden gezien -WTO-) houdt hierover toezicht. Waar het in Europa vooral gaat over de steun aan de monopolies die de "Europese" suiker als grondstof hebben, gaat het elders blijkbaar over eerder "niet-Europese" monopolies die de Braziliaanse, Thaise en Australische suiker als grondstof hebben (Amerikaanse, Japanse, Canadese of inderdaad Braziliaans of Australische monopolies…?)
De gegevens van Geert Geurts (guustgeurts.nl) die zogezegd het artikel uit De Standaard verbeteren, veranderen volgens mij niet iets specifiek aan de essentie van mijn analyse.

CAP zegt:
" CAP eist dat dit geld gebruikt wordt voor tewerkstelling en duurzame omschakeling van suikerbieten naar andere teelten die kunnen bijdragen tot een andere landbouw. Zolang de overheid daarvoor geen duidelijk plan voor heeft kunnen op tafel leggen blijft de fabriek open! Want die 53 miljoen euro heeft immers niets te maken met duurzame investering, tewerkstelling of behoud van de landbouw. Dat geld is een vette premie voor de aandeelhouder die als een dief in de nacht profiteert van de mooie praatjes die vanuit de EU en in de politiek gangbaar zijn voor de overproductie in de landbouw en de kansen die moeten geboden worden aan de boeren in de landen van het Zuiden."

BEDENKING
CAP pleit nu voor het gebruik van de winst en het aanslaan van de Europese subsidies aan Lippens voor het behoud van de tewerkstelling en de omschakeling van de boeren. Dit houdt een aanval in tegen de essentie van het staatsapparaat Europa, steun aan de uitbouw, ontwikkeling en concurrentiekracht van de Europese monopolies en het algeheel verhogen van de uitbuitingsgraad voor de werkers ter verhoging van een verhoogde toeeigening van meerwaarde voor die monopolie-kapitalisten.
Hoe denkt de CAP dit te kunnen realiseren? Hoe gaan 95 werkers in strijd blijven "totdat DE overheid (Europa, België.. of een gemeentelijke overheid…) een PLAN op tafel
kan leggen" Dan moet dat eerst nog doorgevoerd worden voordat de werkers "zeker"zijn dat hun arbeidsloon -inkomen er voorlopig nog zal zijn. Gaan de werkers zolang een stakingsvergoeding krijgen van "hun"vakbonden. Gaan de betrokken vakbondsleiders de onderhandelingen voeren op basis van de stellingname van de werkers in strijd gewikkeld?
Gaat er genoeg "parlementaire" druk op een "overheid" zijn om dit waar te maken?
Die 53 miljoen euro is een concretisering van steun van een staatsapparaat aan "haar" monopoliekapitalisten. Als je dit wil bevechten moet je je aanval richten op het hele staatapparaat. De arbeiders moeten dit inzien als ze hiertoe worden opgeroepen. Dan beseffen ze ook welke krachtsverhouding ze hiertoe moeten uitbouwen.

CAP zegt:
" De grootste slachtoffers zijn de arbeiders en bedienden die als zij niet vechten voor de fabriek en voor gewaarborgde tewerkstelling het gelag gaan betalen. Het zijn stuk voor stuk mensen die de stiel van de suikerraffinage in Moerbeke geleerd hebben….
Als de boeren met de premie kunnen overschakelen dan kunnen zij er financieel op het eerste zicht misschien nog niet zo slecht van af komen, maar dat is lang niet zeker. Zo trekken veel veehouders pulp binnen uit de verwerking van de suiker in de fabriek en dat is goedkoop krachtvoeder voor de dieren dat nu van elders moet komen. Blijft dat uitkopen van boeren geen beleid is: de overheid moet de reconversie van de lokale landbouw in handen pakken anders blijven slogans over duurzame ontwikkeling en klimaatbeleid loze woorden.
Financiële korte termijnmotieven trekken eens te meer aan het langste eind. Het is een goede les voor diegenen die denken te kunnen opkomen voor een duurzame omschakeling van ons economisch systeem door de commandoposten van de staat te bezetten en menen te kunnen mede beheren zonder te steunen op de werkende mensen. Zij het in bedrijf of op het land. Hoog tijd om deze EU-dictatuur af te breken en dat beleid toe te eigenen."

BEDENKING
Hier wordt weliswaar vaag gesuggereerd wat de essentie is van de strijd en wat er IN FEITE moet gebeuren: "Hoog tijd om deze EU-dictatuur af te breken en dat beleid toe te eigenen."
En hoe stelt men voor om dit te doen? Welke strijdorganisatie moet welk eengemaakt revolutionair programma moet er worden uitgebouwd….?:

CAP zegt:
"Daarom moet het volk zijn zeg hebben over de EU-Verdragen. In het Verdrag van Lissabon staat net als in de verworpen EU-Grondwet als basisoptie dat de EU streeft "naar een zo productief mogelijke landbouw". Hoe die opties te rijmen vallen met de mooie woorden van sociale tewerkstelling en duurzame ontwikkeling, daar mag in geen geval een debat over gevoerd worden. …
Afbouw van de suikerquota kan niet zonder alternatief voor ander gelijkwaardig werk voor de arbeiders en bedienden, zonder andere teelt voor de boeren.
Wat is er gebeurd met de melk en met het graan: de EU koopt de boeren uit om de prijzen laag te houden. Maar eens de fabrieken dicht gaan de prijzen omhoog.
CAP voert het gesprek met boeren en vakbonden om eerst te vechten voor alle alternatieven. CAP is tegen de dictatuur van de EU. CAP steunt arbeiders en boeren die opkomen voor hun werk en hun inkomen. CAP eist een volksraadpleging over de het nieuw EU-Verdrag waardoor een andere landbouwbeleid onmogelijk wordt gemaakt."

BEDENKING
Een petitie voor een referendum dat uiteindelijk in het beste geval een papieren "nee" zegt tegen de Europese Grondwet (die uiteindelijk de basis van de uitbouw van het kapitalistisch staatsapparaat Europa gewoon vastlegt). En wat wil je daar tegen doen? Zolang de kapitalisten hun staatsapparaat controleren zullen zij bepalen hoe dat wordt uitgebouwd, als het kan met parlementaire democratie, petities en referenda, maar als het moet met behulp van een diktatuur en haar repressieve organen -politie en leger.

BEDENKING
Reformistisch gezien zou men kunnen zeggen: "Jamaar door afbouw exportsteun kunnen we die afouw van de overcapaciteit financieren (en dan voor een inkomen of alternatief voor de arbeiders en boeren en niet voor de kapitalisten" Als Europa zijn exportsteun afbouwt zal dat zijn onder druk van bijvoorbeeld het WTO. Dan zal het op een andere manier zijn monopolies steunen. Het landbouwbeleid heeft niet als doel de boeren te steunen want ondanks het landbouwbeleid van Europa (één van de oudste vormen van Europees beleid) verdwijnen er steeds boeren en onstaan er grotere bedrijven die steeds productiever moeten werken (uitputting en vervuiling van de grond - noodzaak van steeds grotere kapitalen) waardoor de landbouwbedrijven die overblijven aanhangsels worden van de monopolies.
Over "afbouw van exportsteun ter financiering van arbeiders en boeren enz…" kunnen verkozen politici in het parlement over debateren , dus "stem voor hen want zij zullen dit op de politieke agenda zetten".
Je zou ook kunnen zeggen: "OK er is overcapaciteit en moet er een produktievermindering zijn dus moet er nu toevallig de fabriek van Moerbeke en de omringende boeren verdwijnen. Maar waarom moet Lippens hiervoor al dat geld voor opsttrijken. Moet dat niet gebruikt worden om uit te betalen aan de boeren en arbeiders die hun werk en inkomen verliezen?"
Eigenlijk is dit stellen een vorm van (links) populisme…. Het klinkt goed en je krijgt hiervoor wellicht stemmen van getroffen boeren en arbeiders.
Maar in feite stel je dan volgens mij: "Strijden jullie maar voor ons voorgesteld strijdplatform, dan zullen wij dit "onder druk van jullie strijd" op de (Belgische? Europese?) parlementaire agenda stellen." …. En dat is een van de kenkerken van economisme zoals Lenin die vaststelde …

....En op deze analyse ging "CAP-vriend" reageren, zo beloofde hij.

Geen opmerkingen: