donderdag 28 februari 2008

Anti-Mertens (inleiding):Analyse pseudo-marxisme PVDA-kader Peter Mertens


PVDA-kaders Peter Mertens en Dirk Van Duppen “stellen gerust”: “Verkozenen winnen bij verkiezingen is tactiek, revolutie blijft strategie”.



Naar de strijdsindikalisten-leden/sympatisanten toe, naar de arbeiders toe die opzoek zijn naar een strijdbaar alternatief, naar de basismilitanten toe die al jaren werkzaam zijn in hun werkomgeving zeggen de kaders van de PVDA (sinds 2004 ongeveer): “Er is een verschil hoe we ons TACTISCH profileren naar onze kiezers en hoe we ons FUNDAMENTEEL STRATEGISCH opstellen.
Dirk Van Duppen, die het stemmenkanon moet worden bij de federale verkiezingen in 2007(mijn analyse dateert van januari 2007, Paul Vermeer), is vooral verantwoordelijk voor het imago van de PVDA, naar buiten toe.
Hij stelt de poteniële kiezer gerust:

Wij zijn van een belerende partij geëvolueerd naar een bevragende partij. Vroeger zegden wij hoe het moest, deze keer hebben wij gevraagd hoe het moest. We hebben de mensen gevraagd om een rangschikking te maken van hun grootste probleem. Dat werden onze prioriteiten….
80 procent van de mensen die onze enquêtes hebben ingevuld, vindt dat ze te veel moeten betalen voor gas en electriciteit. Heel veel mensen komen daardoor echt in de problemen. Die liberalisering van de markt is geen goede operatie geweest. Alleen de laatste schakel in de keten, de leverancier, is door Europa geliberaliseerd. Daardoor heb je een soort nepconcurrentie waarbij de klant toch altijd wordt opgelicht… Energie is een basisbehoefte. De overheid zou dat perfect voor ons allen in het groot kunnen aankopen…. In Merksplas, een gemeente met een liberale burgermeester, gebeurt dat al. Men heeft daar een constructie opgezet waardoor de Europese regelgeving wordt ontweken: een bvba waarvan de gemeente 100 procent aandeelhouder is. Zo kunnen ze scherpe prijzen bedingen, de mensen krijgen een betere service, én die bvba brengt de gemeente 50 euro per inwoner op…
” (Knack 20 december 2006)

De PVDA is NIET meer een revolutionaire partij, die op basis van interne diskcussies en diskussies onder de massas een correct, maar wél voorhoedestandpunt inneemt en DAARMEE het bewustzijn van de strijdende werkers wil VERHOGEN. Zij doet dit zeker niet rond electoraal moeilijke punten zoals het racisme.
Dirk Van Duppen:

“(een paar jaar geleden nog samen op één lijst met Dyab Abu Jahjah…is de PVDA slecht bekomen)…De kiezers hebben ons daarvoor afgestraft. Abou Jahjah maakte een correcte analyse van het racisme, maar hij liep wel ongeveer 300 kilometer voor op wat de publieke opinie hier in Vlaanderen kan begrijpen. Op die verkiezingen is een diepe crisis gevolgd in onze partij, heel veel leden haakten af. Daarom hebben we besloten om het roer om te gooien.” (Knack 20 december 2006)

De PVDA is een partij die zich baseert op het marxisme, maar wees gerust, in feite is Marx niet (meer) identiek aan “geweldadige revolutie” of “Diktatuur van het proletariaat”. De essentie van Marx is, volgens Dirk Van Duppen: Marx’ analyse van de wetmatigheden van het kapitalisme en over de klassenstrijd die een strijd is in alle mogelijke vormen om de kapitalisten te dwingen, tevreden te zijn met wat minder winst.
Dirk Van Duppen in de Knack van
20 december 2006:

“Ik (heb) voldoende economie gestudeerd om te weten dat Marx gelijk had, dat zijn wetenschappelijk analyse klopt…. De analyse van Marx is actueler dan ooit. Ga eens naar de Volkswagenfabriek in Vorst. Wat zei Marx? Dat het de winsthonger is die fabrieken doet sluiten. Onder druk van de concurrentie moet de patroon de productie opdrijven met steeds minder arbeiders. Maar hij moet ook de winst verhogenm om zijn aandeelhouders tevreden te houden. Dat zijn twee polen van een beweging die uiteindelijk botsen: de inkrimpende koopkracht van de arbeider versus de winsthonger van de aandeelhouders. Wat krijg je dan? De crisis van de overproductie! Dat schreef Marx in 1871. En vandaag is het zelfs nog erger dan toen. Want in de 19e eeuw werden fabrieken gesloten omdat ze verlieslatend waren. Terwijl de winst van VW Vorst alleen maar blijft stijgen….
Wat bedoelde Marx met de klassenstrijd? Dat arbeiders moeten ophouden met elkaar te beconcurreren, om gezamelijk de concurrentie met de patroons aan te gaan. Dat kun je toepassen op het kiwimodel voor geneesmiddelen. Het neemt onze gezamelijke koopkracht om een gezamelijk belang te verdedigen, namelijkg gezondheidszorg voor iedereen, en laat de concurrentie spelen tussen de kapitalisten onderling. Om zo de beste prijs te bedingen. Dat is pure marxistische logica.
(Maar hoe pas je dat toe op de arbeidsmarkt? De Slowaakse arbeiders zullen toch blij zijn als een Belgische fabriek wordt gesloten en naar Sowakije verhuist?) Dat soort problemen zou Europa makelijk kunnen oplossen. Waarom zou men niet overal een soort minimumloon invoeren, desnoods in verhouding tot de productiviteit? Puur juridisch zou een sociaal Europa mogelijk zijn. Maar de politieke wil is niet aanwezig. Omdat winst nog altijd voor de mensen gaat. Eerst de mensen, niet de winst: dat is vandaag voor ons nog altijd de kern van het marxisme en communisme. Productiemiddelen in privébezit plus winsthonger produceren de ongelijkheden die we kennen. Uitbuiting is trouwens geen moreel concept, maar een puur wiskundige grootheid. Een arbeider in Vorst wordt harder uitgebuit dan een kind dat in Pakistan tapijten zit te knopen.
De arbeiders in Vorst produceert een veel grotere meerwaarde. De winst die zijn arbeid oplevert, is veel groter. Wij vinden trouwens dat VW alle fiscale voordelen wel eens zou mogen terugbetalen aan de Belgische overheid…”

Revolutie is er voor een communist niet bij, volgens Dirk Van Duppen, hij is gewoon “linkser dan de SPA”:

“Kijk, als communist heb ik altijd 80 procent van de bevolking te vriend. Dat is het verschil met de sociaaldemocraten. Volgens de sociaaldemocraten ligt de breuklijn in onze samenleving tussen de 80 procent die het goed hebben en de 20 procent allerarmsten. Volgens een communist ligt de breuklijn in onze samenleving tusen de 20 procent allerrijksten en de overige 80 procent van de bevolking. En dus zou die rijkste 20 procent meer moeten bijdragen. Een vermogenbelasting vanaf 500.000 euro.”(Knack 20 december 2006)

Dus de essentie van “het socialisme” is dus: herverdeling van de maatschappelijke rijkdom in handen van de 20% rijksten in het voordeel van 80% van de (Belgische…?) bevolking..
En tegen linkse twijfelaars die twijfelen tussen CAP(Comité Andere Politiek) of PVDA zegt hij: “Alleen de PVDA is te vergelijken met SP in
Nederland

Dirk van Duppen in Uitpers, nr. 81, 8ste jg., december 2006: “Er zijn enkele opvallende gelijkenissen met hoe de SP in Nederland de ruimte links van de sociaal-democratie invult en hoe de PVDA+ in België daar in bescheiden mate ook in lukt voor een paar gemeenten.… Ook het resultaat van de PVDA+ is mee bepaald door ruim dertig jaar basiswerk, in en aan de bedrijven en in de wijken.… De eisen van de SP rond nabije zorgvoorziening, openbare gas- en elektriciteitsvoorziening, kleinere klassen in het onderwijs, de bouw van betaalbare koop- en huurwoningen zijn bijna identiek aan het PVDA+ programma voor de gemeenteraadsverkiezingen van 8 oktober 2006.
Ten derde is er de stijl van werken. Jan Marijnissen: "De kleine partij met de Grote Waarheden werd een veel bescheidener partij, die de waarheid niet langer in pacht wilde hebben, … We hebben met allerlei mensen gesproken; heel veel gewone mensen. In plaats van hen te vertellen hoe het zat, hebben we hen gevraagd … wat er volgens hén wel en niet mogelijk zou zijn."
In de Belgische PVDA is er stevig gediscuteerd over die andere stijl van werken.”

Mie Branders, PVDA+ verkozene in Hoboken, vertelde aan De Morgen:

"We willen niet langer een partij zijn die honderd kilometer voor de mensen uitloopt en zich dan verwonderd omdraait: 'Waar blijven ze toch?' "
Kamerleden van de Nederlandse SP geven hun maandinkomen boven de 1500 euro af als bijdrage aan hun partij. …Ook in de Belgische PVDA geldt dit principe. Kaderleden en de dokters voor het volk werken aan een gewoon loon… “

Als enig verschil noemt Dirk Van Duppen dan:

“De Nederlandse SP noemt zich niet meer een communistische partij. De Belgische PVDA blijft een communistische partij.

En dus wil je stemmen halen bij die 80% van de bevolking, laat dan die kiesgerechtigde mensen (uit die 80% van de bevolking) jou (verkiezingsprogramma) bepalen. Daarbij vind Dirk Van Duppen dat de PVDA “volkser”is dan de CAP.
Op het “andere” linkse alternatief CAP met voortrekker Jef Sleeckx meent Dirk Van Duppen dat de PVDA een hen een stap vóór is:

”Jef Sleeckx kan ook op mijn respect rekenen. Maar op dit moment heeft hij helemaal geen organisatie klaar. Het CAP heeft nog niets bewezen. Bovendien is het nu opnieuw tot februari wachten voor ze een volgende stap zullen zetten. Ondertussen gaan twaalf werkgroepen zich met de inhoud bezighouden. Ik heb al die experimenten met grote theorieën de afgelopen dertig jaar zelf genoeg meegemaakt. Die zijn telkens met een sisser afgelopen.”(Knack - 08-11-2006)

Om nu de basismilitanten gerust te stellen, de PVDA INTERN bij elkaar te houden, en om de strijdbare werkers die op zoek zijn naar een revolutionair alternatief OOK te winnen moeten PVDA-kopstukken zoals Peter Mertens duidelijk maken dat de fundamentele marxistische en revolutionaire opstelling bij de PVDA, ook bij de VERNIEUWDE PVDA, nog altijd hetzelfde is gebleven.
In zijn publikatie “De arbeidersklasse in het tijdperk van de transnationale ondernemingen” (Marxistische Studies no 72, 2002, EPO, zie ook
www.marx.be) hangt Peter Mertens, nationaal kader van de PVDA een beeld op van de revolutionaire partij die de PVDA (nog) zou moeten zijn, gericht op de arbeidersklasse. Hij analiseert op zogenaamd “marxistische” wijze, in tegenstelling tot de “reformisten” en “revisionisten” die volgens hem Fausto Bertinotti, Antonio Negri en gewezen PVDA-kaders Nadine Rosa Rosso en Luk Vervaet, dat de “arbeidersklasse nog altijd de revolutionaire klasse” is.
Doordat hij als Nationaal Kader van de PVDA de bovenstaande “belijdenis”doet, “bewijst” dat volgens hem dat de PVDA (in België dan toch) de enige consequent marxistische revolutionaire partij is. Indirect roept hij zo op dat men deze erkenning kan bevestigen… door in het kieshokje op de lijst van PVDA-kandidaten te stemmen.
Nu is de lijn van Peter Mertens en dus ook die van de PVDA, volgens mij, verre van revolutionair, de analise zeker niet marxistisch.
Mijn analyse is dus de antithese van die van Peter Mertens. Dus noem ik MIJN boekje/brochuurtje/pamflet (of nu de artikelenreeks, Paul Vermeer) : “Anti-Mertens”.
Ik volg aan de hand van grote geciteerde stukken de lijn van zijn boekje. In mijn analyse haal ik ook andere teksten van de PVDA aan. De voetnoten zijn bijna allemaal oorspronkelijk voetnoten bij de tekst van Peter Mertens of van de betreffende PVDA-texten. Zij zijn vaak heel verhelderend over de essentie van de gevolgde lijn van de betreffende tekst.(volgend artikel in reeks "Anti-Mertens)

Geen opmerkingen: