zondag 17 februari 2008

PVDA in 2008(6):"Hervorming eerst, niet socialisme"

“Werk, gezondheidszorg en belastingen” bleken de prioritaire keuzes te zijn binnen het problemenlijstje opgesteld door PVDA-kaders Jan Hasaers, Jo Cottenier en Herwig Lerouge.
Zij willen nu vijf doelstelling voorleggen waarover iedereen dan weer zijn mening
kan geven. De eerste twee hebben we al gezien. Hieronder de volgende doelstelling van de genoemde PVDA-kaders:

"Doelstelling 3: Een menswaardig pensioen voor iedereen. Recht op brugpensioen"

Hier begint hun manipulatie!
Historisch gezien heeft de arbeidersklasse zelf voorzien (via het collectief bijeensparen van een deel van het arbeidsloon -in België zijn dat de sociale bijdragen EN de "patronale lasten") in het verstrekken van een vervangingsinkomen aan al die leden van de arbeidersklasse die niet (meer) in staat zijn effectief hun arbeidskracht te verkopen om zich een inkomen te verschaffen: werklozen, gepensioneerden, gehandicapten, ... Een van de redenen is dat ,als DIE mensen toch VERPLICHT zijn om werk te zoeken om toch maar een inkomen te hebben, dit een neerwaartse druk betekent op arbeidsloon en werkvoorwaarden voor de HELE arbeidersklasse.
De kapitalisten willen een neerwaartse druk op het arbeidsloon (en dus een verhoging van de uitbuitingsgraad) door beslag te leggen op het collectief bijeengespaard loon EN door het principe (terug)in te voeren voor ALLE werkers: je kunt alleen maar een individueel inkomen verwerven als je er zelf voor werkt en dus je EIGEN arbeidskracht verkoopt (en dus te kreperen als je hier niet in slaagt of als dit niet lukt aan een menswaardig arbeidsloon).
Dus door bijvoorbeeld ouderen te dwingen te werken voor hun levensonderhoud tot… ze er dood bij vallen.
Natuurlijk kunnen en mogen de werkers van hun indivueel overgebleven loon, individueel voor hun ouders, voor hun eigen oude dag, voor hun werkloze of zieke familieleden betalen als ze dat willen (of nog kunnen…!)

De enige manier om die spiraal te doorbreken is: onteigening van de "onteigenaars" en de uitbouw van een socialistische planeconomie en de uitbouw van een door de arbeidersklasse gecontroleerde en beheerde staat die het collectief produkt van de werkers beheerd en verdeeld naar behoefte of noodzaak van investering in produktie. Onder het kapitalisme wordt een steeds groter deel van de geproduceerde rijkdom toegeëigend door de kapitalisten en een steeds kleiner deel "verdeeld" onder de werkers als individueel arbeidsloon. Onder het socialisme wordt de TOTALE geproduceerde rijkdom toegeëgend door de werkers zelf via HUN staat, De werkers verdelen, via hun staatsapparaat, die door hen zelf geproduceerde rijkdom, al naargelang de collectieve behoeftes en noodzakelijke investeringen, waarna de rest als individueel arbeidsloon verdeeld wordt (volgens het criterium "al naargelang het gepresteerde werk", een criterium die door de staat van de werkers zelf concreet zal worden uitgewerkt)

Jo Cottenier, Peter Mertens en Co hebben het over maar één soort vervangingsinkomen voor één soort werkers die zich niet meer beschikbaar kunnen stellen voor de arbeidsmarkt: de pensioenen voor de oudere werkers.

"… De PVDA legt volgende drie maatregelen voor om het respect voor de ouderen te herstellen:
Een menswaardig pensioen voor iedereen, zonder privatisering
Met het staatspensioentje
kan je niet eens het rusthuis betalen. Het gemiddeld wettelijk pensioen bedraagt slechts 31,5% van het gemiddeld brutoloon. Daarom spaart één derde van de Belgen, via het werk of via de bank voor een aanvullend pensioen. De regering wil de uitkeringen zo laag mogelijk houden en zoveel mogelijk de aanvullende pensioenen promoten. Dit is de verdere ontmanteling en privatisering van de pensioenen en de sociale zekerheid. Daarom moet het collectieve systeem worden uitgebouwd en veilig gesteld door het garanderen van een tijdig, menswaardig pensioen voor iedereen met volgende vier maatregelen:
- volledig pensioen na 40 jaar voor mannen en vrouwen, te nemen tussen 55 en 65 jaar. Dat betekent een serieuze verhoging van de aanvangspensioenen. …
- een minimumpensioen van 1.000 euro voor een volledige loopbaan
- de welvaartsvastheid moet hersteld worden (nu worden pensioenen alleen geïndexeerd).

Recht op brugpensioen vanaf 55 jaar, met vervanging door een jongere
Wie nog werk heeft, staat onder zware druk van ritme, onmogelijke uren, slechte werkomstandigheden en overbelasting. Wie er tussenuit wil,
kan nu op wettelijk brugpensioen op 58 jaar, na 38 jaar beroepsloopbaan. De regering wil het conventioneel brugpensioen dat nu meestal tussen 55 en 58 jaar ligt verlengen tot 60 jaar! De brugpensioenregeling wordt al tientallen jaren gebruikt om afvloeiingen te realiseren bij herstructureringen en sluitingen. De regering wil dit zoveel mogelijk beperken. Als de werkdruk kleiner was, zouden automatisch meer mensen aan het werk blijven. En als de bedrijven minder afdankten, was er ook geen probleem met de "activiteitsgraad".
De PVDA eist het recht op brugpensioen vanaf 55 jaar, met verplichte vervanging door een jongere.

Betaalbaar door het herstel van de patronale en staatsbijdrage
De tijdbom onder de sociale zekerheid is niet de vergrijzing maar de afbouw van de patronale bijdragen. De patronale bijdrage is eigenlijk een werknemersbijdrage, ze maakt deel uit van het indirecte loon. In 2004 wordt op die manier voor 4,4 miljard euro loon in beslag genomen door het patronaat. De eerste voorwaarde voor een leefbare sociale zekerheid is de stopzetting van elke verdere vermindering van de patronale bijdragen. Daarna
kan een uitdoving van die verminderingen worden gepland.
De staatstussenkomst is door tien jaar blokkering tot een dieptepunt gedaald. Dit was alleen mogelijk door ook de uitkeringen te blokkeren (geen welvaartvastheid) en door andere mechanismen om de uitgaven te beperken. De vergrijzing moet worden opgevangen door een drastische verhoging van de staatsbijdrage. Dit kan zonder problemen door een jaarlijkse vermogensbelasting van 1% op de vermogens boven 400.000 euro en van 2% boven de 600.000 euro.
Het geld moet gebruikt worden om:
- op snelle wijze de staatsschuld af te bouwen. Wat niet langer moet betaald worden aan intrest moet in het "Zilverfonds" worden gestort als provisie voor de periode 2010-2030 (babyboom).
- de pensioenen te verhogen.
- de financiering van nieuwe noden en uitgaven te bekostigen.
Dit veronderstelt de aanleg van een vermogenskadaster en de opheffing van het bankgeheim, maatregelen die onontbeerlijk zijn om een efficiënte strijd tegen de fiscale fraude te voeren. "[1]

Niets over herstel tot de oorspronkelijke staat van patronale bijdragen of desnoods een VERHOGING ervan (en dus een VERHOGING van het arbeidsloon en zo een VERLAGING van de uitbuitingsgraad - de algemene inzet van de klassenstrijd onder het kapitalisme!)… Gewoon een "stopzetting van de vermindering" wordt er geeist.…
De verlagings van de staatsbijdrage die parallel loopt met de verlaging van (en de verlaging van de EFFECTIEVE INNING van) de venootsbelasting, wordt niet gecounterd met een PRIMAIRE eis tot HERSTEL van de OORSPRONKELIJKE venootsbelasting (was dat, nog in 1979, niet 49% van de winst voor belasting?)
In plaats daarvan komt de populistische eis voor VERMOGENSBELASTING. Ontlopen de vestigingen van MULTINATIONALS en "rijke Belgen" á la Albert Frére, die wellicht weinig EIGEN VERMOGEN in België hebben, zo niet de dans?
Revolutionair programma is iets anders, dunkt me….
In een volgend artikel bekijken we de nog doelstelling 4, 5 … en 5+



[1] Solidair.org 24 februari 2004.

Geen opmerkingen: