zaterdag 16 februari 2008

PVDA in 2008(5):"Hervorming eerst, niet socialisme"

De PVDA oefent in populisme

Vanuit een lijst opgesteld door enkele PVDA-kaders kon een uitgezochte steekproef uit het mogelijk kiespubliek van de PVDA hun drie HOOFD-problemen kiezen. Nu worden er door de werkgroep Jo Cottenier, Herwig Lerouge, Jan Hasaers vanuit een kwantitatieve studie van de resultaten van de enquete een lijst van Vijf doelstellingen opgesteld die een zo goed mogelijke verwoording zijn van de vijf belangrijkste problemen die uit de enquete komen. Hiertegenover worden dan later aantrekkelijke en toegankelijke "programmapunten" gesteld. Een goede oefening in populisme….
Op Solidair.org, dinsdag,
24 februari 2004, schrijven Jo Cottenier en Peter Mertens:

"De PVDA legt vijf doelstellingen voor: Eérst de mensen, niet de winst
De regering kondigt voor na de verkiezingen maatregelen aan die de mensen op verscheidene terreinen zwaar zullen treffen. Wij hebben u vijf doelstellingen beloofd maar eigenlijk krijgt u er 5+. Die + komt van de 2.766 antwoorden die we binnenkregen op onze enquête Laat je stem horen ! Het is de vraag naar een meer rechtvaardige belasting waardoor u aan koopkracht wint.
Vanaf volgende week hernemen wij de doelstellingen en gaan we in op uw vragen en opmerkingen. Alle kritieken en meningen zijn van harte welkom. Zo kunnen we de doelstellingen aanvullen en verbeteren. Die herwerkte versie zullen we voorleggen aan de provinciale bijeenkomsten van de PVDA-leden op het einde van maart waar het definitief programma goedgekeurd wordt waarmee de PVDA naar de verkiezingen trekt.
Een verkiezingsprogramma dat ook een strijdprogramma zal zijn tegen de antisociale plannen van de regering. …
Doelstelling 1: Volwaardig werk voor iedereen | Een job op mensenmaat."[1]

Waarom blijkt "werk" de voornaamste bezorgdheid te zijn?
Herinner je dat de enquete is opgesteld als volgt:

" We stelden een lijst op met vijftien à twintig problemen die ons het belangrijkst lijken. We vragen de mensen wat voor hen de drie belangrijkste thema's zijn uit de lijst die wij voorstellen. Ze mogen er zelf nog andere bijzetten. Anderzijds vragen we wat hét hoofdprobleem is, voor elk van die thema's."

Dus de mensen kunnen het belangrijkste probleem maar bepalen aan de hand van een vooraf opgesteld lijstje…
In feite geven de mensen aan wat elke marxist eigenlijk al zou moeten weten: Om te kunnen leven, om zoveel mogelijk menswaardig te kunnen leven en een bestaan te kunnen betalen waarin je je op zijn minst een beetje kan ontplooien, moet je, als je geen kapitalist bent, JE ARBEIDSKRACHT VERKOPEN. Als er genoeg VRAAG is naar arbeidskrachten, dus genoeg WERK, dan kan je je arbeidskracht wellicht aan een hoger arbeidsloon verkopen. (Via collectieve klassenstrijd kan er een hoger gemiddeld arbeidsloon afgedwongen worden).
Is er veel werkloosheid, dus weinig WERK, dan resulteert dit in een VERLAGING van het arbeidsloon. Het kapitalisme, in het stadium van imperialisme, is in een chronische overcapaciteitskrisis. De concurrentie inzake markten, grondstoffen wordt steeds grimmiger en leidt via "lokale" oorlogen naar een wereldomvattende oorlog. Er wordt een concurrentie binnen de arbeidersklasse opgewekt (werkloosheid, "globalisering" van de arbeidsmarkt) die het gemiddeld arbeidsloon naar beneden duwt.

Om de collectieve behoefte binnen de arbeidersklasse naar een menswaardig bestaan te kunnen realiseren is er maar één oplossing: omverwerping van het kapitalisme, onteigening van de kapitalisten en opbouw van het socialisme.
Een oplossing voorspiegelen binnen het kapitalisme (in dan nog een héél klein deelgebied - België- van een grote zich ontwikkelende kapitalistische STAAT, de Europese Unie) is boerenbedrog en reformisme.
Jo Cottenier en Peter Mertens zien het echter zo:

"De PVDA pakt met zijn eerste doelstelling beide problemen(werkdruk en slechte arbeidsomstandigheden erbij nemen, om toch de job te behouden en alles willen doen om ondraaglijk ritme en stress te verminderen). aan: volwaardig werk voor iedereen, met een job op mensenmaat.
Daarvoor zijn volgende drie maatregelen nodig:

Minder afdankingen
Er moeten dwingende sancties komen tegen patroons die beloftes niet nakomen. Bij elke toekenning van subsidies moet er een tewerkstellingscontract zijn, plus volledige toegang tot de economische en financiële informatie van de ondernemingen en van de financiële groepen waartoe ze behoren. Dat maakt een einde aan het dumpen van arbeiders en bedienden als men ze niet meer nodig heeft. Daarom steunen we het wetsvoorstel-Decroly, dat een halt wil toeroepen aan de willekeur van de patroons. Patroons kunnen niet afdanken zonder eerst vervangende arbeidsplaatsen voor te stellen.

Herverdeling van de beschikbare arbeid
Het is absurd dat mensen die werken, kapot gaan onder de werkdruk terwijl duizenden jongeren géén werk vinden. De oplossing ligt voor de hand: het herverdelen van de arbeid. Dat wil zeggen: in alle sectoren de 36-urenweek met loonbehoud invoeren en in alle ondernemingen met meer dan honderd werknemers de vierdagenweek ­ telkens met evenredige aanwervingen. …

Een openbaar Fonds voor Tewerkstelling
Er bestaat vandaag al een "sluitingsfonds", dat premies betaalt aan afgedankte werkers. De PVDA stelt voor dat sluitingsfonds om te bouwen tot een Fonds voor Tewerkstelling.
Als openbare instelling heeft het Fonds voor Tewerkstelling twee taken:
Het fonds moet zorgen voor de controle op de opgelegde verplichtingen. … De patroon die een tewerkstellingscontract niet nakomt, wordt gesanctioneerd. De patroon die wil afdanken, moet eerst alternatieve werplaatsen voorstellen, zoniet wordt hij beboet.
Het fonds moet zorgen voor de herverdeling van de arbeid en het scheppen van nieuwe arbeidsplaatsen. Het moet onder democratische controle staan en de bevoegdheid hebben om openbaar initiatief te nemen.
Het Fonds moet gefinancierd worden door vier bronnen:
- door een strikte toepassing van de vennootschapsbelasting. Kapitaal moet minstens even hoog belast worden als arbeid, dit is een effectieve aanslagvoet van 30% op KMO's en 40% op grote ondernemingen.
- door het bestraffen van alle bedrijfsfraude, alle constructies van fiscale ontduiking bij bedrijven en banken. Uitzonderingsregimes zoals de coördinatiecentra ­ die een aderlating van 2 miljard euro per jaar betekenen voor de staat ­ moeten verdwijnen.
- door een eenmalige taks op de financiële sector, die nu vegeteert op de industrie; door een lage maar permanente taks op financiële stromen en speculatie.
- door de boetes van patroons die zich niet aan hun verplichtingen houden. "[2]

"Een wet tegen afdankingen" komt er niet door een strijdbeweging op te roepen voor "een wet tegen afdankingen".
"Minder afdankingen door een herverdeling van de arbeid" komt er niet door een strijdbeweging op te roepen met als strijd-ordewoord "in alle sectoren de 36-urenweek met loonsbehoud en met evenredige aanwervingen".
Minder afdankingen en MEER arbeidsplaatsen door een "Fonds voor tewerkstelling" komen er niet door een strijdbeweging op te roepen die dit als inzet voor de strijd te neemt.
De kapitalisten zullen maar geneigd zijn om "minder af te danken", "de beschikbare arbeid her te verdelen" en "werkplaatsen voor te stellen voor degenen die hij wil afdanken" als zij geconfronteerd worden met een hardnekkige strijd en woedende strijdvaardige volksmassas die strijden voor een menswaardig leven, tegen armoede, en tegen de eenzijdige verrijking van de kapitalistenklasse, een strijdende massa die, doordat zij hier radikaal en voorgoed een einde aan wil stellen zeer bedreigend overkomt voor het behoud van de kapitalistische ordening. De strijdvaardigheid wordt dan in feite "afgekocht" (meestal tegelijk met het doorvoeren van genadeloze repressie tegen de "terroristische opstandelingen") door "dringende en noodzakelijke hervormingen" van het kaliber die Jo Cottenier en Peter Mertens hier nu voorstellen en waar "alle partijen" het er dan ineens "over eens zijn".
Na de opstanden in
1895 in vooral het Zuiden van België, waarbij zeker 28 arbeiders gedood werden door de politie en duizenden arbeiders en sindikalisten emigreerden naar Zuid-Amerika, omdat ze op een zwarte lijst stonden, was er "ineens" grote eensgezindheid in het Belgische parlement voor het doorvoeren van allerlei "sociale wetten". En de werkers konden zelfs nog geen "eigen verkozenen" kiezen die dit "op de parlementaire agende" konden zetten.
Verder.

"Doelstelling 2: Personenzorg en onderwijs centraal ­ voor je kinderen, je ouders en jezelf
"De personenzorg staat centraal in het dagelijks leven van alle gezinnen van werkende mensen. …
Maar precies die openbare sectoren van personenzorg ­ de kinderopvang, het onderwijs en de bejaardenzorg ­ kampt met personeelstekort. …"[3]

Een logische maar beperkte beschrijving vanwege Jo Cottenier en Peter Mertens.
Het arbeidsloon dient nu eenmaal om alle levensnoodzakelijke waren (produkten en diensten) te kopen.
De klassenstrijd is er dan ook voornamelijk op gericht om het arbeidsloon zo hoog mogelijk te maken zodat alle levensnoodzakelijke waren kunnen gekocht worden. In Europa is historisch verkregen dat een deel van het arbeidsloon collectief bijeengespaard wordt om "naar behoefte" die produkten en diensten te kunnen verstrekken. In België waren dat de "patronale lasten" en een "staatsbijdrage"(zelf gefinancierd door de venootsbelasting). LEES HIEROVER IN MARXISTISCHE STUDIES nr 85, 2002 "Globalisering en gezondheid", de bijdrage van Pol De Vos.
Overal in Europa streven de monopolies ernaar om zich dat deel van het arbeidsloon weer toe te eigenen. Hierdoor moeten de werkers meer en meer, individueel en van hun verlaagd individueel loon (het is het collectief bijeengelegd en door de verschillende (lid)-staatregeringen beheerd loon, dat meer en meer door de kapitalisten terug toegeëigend wordt) hun levensnoddzakelijke produkten en diensten (zoals personenzorg ) KOPEN.
Naarmate het arbeidsloon verlaagt (of het algemeen prijzenpeil verhoogd) worden voor steeds meer werkers die nochtans levensnoodzakelijke produkten en diensten onbetaalbaar.
Daarbij worden die levensnoodzakelijke produkten en diensten geleverd door ook steeds meer groter wordende monopoliebedrijven (bijvoorbeeld ziekenhuizen die samensmelten onder één holding). Die levensnoodzakelijke produkten en diensten worden "geproduceerd" door werkers in die bedrijven; de winsten zijn voor de kapitalisten.
Er is maar één oplossing: onteigening van de kapitalisten en de uitbouw van een socialistische planeconomie die produceert naar behoefte, ter vervanging van de kapitalistische WAREN-economie die produceert voor een koopkrachtige vraag.
Jo Cottenier en Peter Mertens kiezen voor een oplossing binnen het voortbestaan van die kapitalistische waren-economie:

"De PVDA wil centraal investeren in de publieke personenzorg. In plaats van nog eens 800 miljoen euro patronale bijdragen af te schaffen, stelt de PVDA voor dat de staat zelf investeert in nieuwe arbeidsplaatsen. …Het geld dat de staat cadeau geeft aan de patroons, veel meer arbeidsplaatsen opleveren als de overheid de openbare ondernemingen zou versterken.
Wij willen uitbreiding van het personeelskader in de sector van de personenzorg (ziekenhuizen, bejaardentehuizen, kinderopvang, geestelijke gezondheidszorg, medische en niet-medische thuiszorg) en in het onderwijs.

De formulering van de twee prioritaire keuzes vanuit het problemenlijstje opgesteld door de PVDA-kaders zijn gegeven.
In het volgend artikel bespreken we de formulering van "Doelstelling 3".



[1] Jo Cottenier en Peter Mertens op Solidair.org 24 februari 2004.

[2] Op solidair.org, 24 februari 2004.

[3] Idem.

Geen opmerkingen: