zondag 24 februari 2008

40 jaar na ’68:“Kris Merckx reformist”(zegt Ludo Martens, OOK in ’68)

Veertig jaar na “mei ‘68”: Kris Merckx komt terug naar zijn oorspronkelijk reformisme.

Kris Merckx in De Morgen, zaterdag 23 februari 2008, in een interview:

“We blijven een echt socialistische maatschappelijk alternatief nastreven. We zullen ons nooit neerleggen bij het kapitalistische systeem, anders heeft de PVDA geen bestaansreden meer. Maar het is hoog tijd dat we ons als partij soepeler opstellen. We moeten durven toe te geven dat ons discours wel zuiver is, maar tegelijkertijd te lang boven de hoofden van de werkende mensen heeft gezweefd. Daardoor heeft de PVDA aan efficiëntie ingeboet. …
De PVDA zal haar eigen identiteit en karakter altijd behouden, we mogen onze communistische identiteit niet verstoppen. Maar ik besef ook wel dat de hedendaagse jeugd geen boodschap meer heeft aan Stalin of Mao. Wat we hier en nu willen verwezenlijken, dat moeten we aan de man brengen. …
….(Ik heb)… enorm veel geleerd … van Mao, van zijn idee ‘dien het volk’; Maar dat betekent ook dat ik niet erken dat hij ook fouten heeft gemaakt. Hetzelfde voor de Sovjet-Unie; … heeft ongelooflijke verdiensten. Maar nogmaals, ik geef toe dat de repressie onder Stalin te breed was. En ook al was ze uigelokt door meedogenloze tegenstanders, dan nog ontslaat dat hem niet van de verantwoordelijkheid om zelf niet in die trap te vallen. Laat ons zowel de positieve als de negatieve aspecten van het leninisme en het maoïsme erkennen en daar lessen uit trekken.” …
“…Niemand kan de verdiensten van Geneeskunde Voor Het Volk tegenspreken. Op die manier moeten we verder gaan: concrete oplossingen voor concrete punten, actie op het terrein in plaats van grote theorieën.”

De PVDA moet zich “antikapitalistisch” en “communistisch” blijven profileren, anders kan zij zich niet duidelijk aftekenen naast de andere partijen en zeker naast alles wat zogezegd “links” is. Maar om te zorgen dat het kiespubliek voor de PVDA stemt, moeten we ons voorhoedekarakter laten varen. We zullen hiervoor het marxisme moeten “reviseren”:” Laat ons zowel de positieve als de negatieve aspecten van het leninisme en het maoïsme erkennen en daar lessen uit trekken.”
En laten we alsjeblieft niet meer proberen te werken aan revolutie, want dat spreekt de mensen niet meer aan! We moeten reformist worden, “beweging is alles, het doel is niets”.. een sociale beweging dan… zoals Geneeskunde Voor Het Volk”: “concrete oplossingen voor concrete punten, actie op het terrein in plaats van grote theorieën.”

Veertig jaar geleden stonden Kris Merckx en Ludo Martens tegenover elkaar met ieder HUN antwoord op de vraag: Hoe moeten we ons nu organiseren?
Kris Merckx heeft zich niet losgemaakt van zijn opvattingen veertig jaar geleden. Met de hulp van Peter Mertens en Boudewijn Deckers, en de medeplichtigheid van “medestanders uit ‘68”, Jo Cottenier en Herwig Lerouge (en wellicht als “godsgeschenk”, de fysische en psychische onmogelijkheid voor Ludo Martens om nog tussen te komen) is het mogelijk geweest om de PVDA om te vormen tot een partij waartegen Ludo Martens zich TOEN al verzette.

Kris Merckx in Rerum nr 1, 7 september ’68:

“Het is duidelijk dat revolutionairen ( of wat zich als als dusdanig aandient), en “hervormers”, onmogelijk van meet af aan samen studiewerk kunnen verrichten : hun interesse maar vooral hun vertrekpunt en taktiek zijn té verschillend. Daarom opteer ik voor de organisatie van een progressieve reformistische partij. SVB is in de consequentie van haar huidige ideologie revolutionnair.
Er is dus nood aan de organisatie van een partij, die op dezelfde efficiëntie en aantrekkelijke manier als SVB (openheid, inzet, studiewerk en vrije discussie, militantenvorming, actie) een universitair en maatschappelijk alternatief probeert uit te werken op basis van een progressieve reformistische houding. Copieën van onze verzuilde Belgische politieke partijen … komen in geen geval in aanmerking.”

Ludo Martens in Rerum nr 3:

“Kameraad Merckx maakte zich in de vorige Vrije Tribune tot woordvoerder van de stille verwondering over de ijver, de activiteit, de studie van de studentenvakbeweging.
Sommigen zouden graag dezelfde ijver en activiteit overplaatsen in een hervormersbeweging.
Men vergeet dat onze ijver en activiteit uitsluitend en alleen voortkomen uit ons inzicht in de revolutie.
Zonder geloof in de arbeidersklasse en de revolutie zouden wij ook niet in staat zijn te werken als we nu doen.

1. We voelen ons verplicht aan een grondige analyse te werken van de laat-kapitalistische maatschappij. Een analyse gemaakt voor en aan de kant van de strijdenden arbeiders!

2. We weten van onszelf dat we in een burgerlijk milieu zijn grootgebracht. We moeten ons totaal omvormen – ideeën, denkmethode, houding – zodat we effectief samen met de arbeiders kunnen strijden. Deze omvorming kan alleen door de practijk, door de permanente inzet gebeuren.

3. Alleen wetenschappelijke kennis van de revolutie kan de arbeiders naar de overwinning helpen. Vandaar onze bekommernis om steeds kritiek uit te oefenen op onze eigen houding en onze eigen theoretische analyse.

4. Wie aan de kant van de arbeiders wil strijden, heeft een optie genomen voor tientallen jaren. We weten dat we
afstand moeten doen van alle successen en prestige van de burgerlijke maatschappij. We zullen binnen 10 jaar
bewezen hebben dat we het vertrouwen van de arbeiders bij de klassenstrijd waard zijn.
Wie deze vier stellingen heeft overwogen, moet niet zeuren over ijver en activiteit. Hij moet kiezen. Er zijn twee wegen. Hij kan proberen mee te stappen op de weg van de arbeiders en het volk. Maar hij kan oop oprukken naar de glanzende stralende parlementszetel die boven de kudde rijst.”

Geen opmerkingen: