dinsdag 26 februari 2008

Artikel overgenomen van AEL België

Ik neem dit artikel over omdat ik er zelf argumenten in vind voor de analyse die ik zelf maakte rond het hoofddoekenverbod (naar aanleiding van de reactie van PVDA-kader Tom De Meester hierop – zie mijn artikel op 11 februari Over hoofddoeken…”) Ik vind dat de AEL een héél doordachte analyse maakt die het waard is om door iedereen gelezen te worden.


Hoe men van Non-issues een issue wil maken.
Afdrukken E-mail

zaterdag 23 februari 2008
hassoun

Dat de media een als maar belangrijker onderdeel wordt van onze samenleving , daar hoef ik noch iemand anders een volledig opinie-artikel over te wijden. Dat is een vaststaand feit dat vooral de laatste jaren meer dan duidelijk is geworden. De impact van de media, vooral dan de beeldende, op de maatschappij is enorm en de manier waarop onderwerpen worden aangekaart (in vele gevallen past tegenwoordig het woord “ingekleed”), is een belangrijke bepalende factor voor het debat dat rond dat thema ontstaat.

Neem nu de Islam en moslims als item. Er gaat geen dag voorbij of men bombardeert de publieke opinie met verhalen over aanslagen en terrorisme, maar tegelijkertijd laat men beelden zien van modale moslims of moslima’s (en die moslima’s bij voorkeur met een hoofddoek, als het kan een boerka) in de straten van Brussel of Antwerpen. Zo associeert men modale burgers van dit land met zaken waar deze weinig tot niets mee te maken hebben en verwijst men naar het potentiële gevaar dat schuilt in de loutere aanwezigheid van die moslims in dit land. Hoofddoekdragende vrouwen laat men ook graag de revue passeren als het onderwerp van integratie, en de “onwil” van de moslims om zich te “integreren”, voor de zoveelste keer door de zoveelste politicus of analist wordt becomentarieerd. Een ander voorbeeld van hoe de media, onder druk van verkoop- en kijkcijfers, inventief omgaat met informatieverwerving en –verspreiding is de manier waarop men dagelijks op zoek gaat naar het volgende “mogelijke debat”.

Een recent telefoontje van een journalist van het tijdschrift Knack was 1 van de redenen van dit artikel. Vorige week, na de uitspraken van de aartsbisschop van Canterbury over het eventueel opnemen van wetten van de sharia in de Britse nationale wetgeving, kreeg ik dus een telefoon van een knackjournalist die op zoek was naar moslims die enerzijds zulk een voorstel zouden steunen en anderen die het niet zouden zien zitten de sharia deels in te voeren in Belgische nationale wetgeving. De bedoeling was dus een artikel te schrijven over en met voor- en tegenstanders van het voorstel. De bedoeling van de invoering van delen van de sharia zou kaderen in het verzoenen van de verschillende, al dan niet religieuze gemeenschappen in de Westerse samenleving. Ik geloof dat zijn verbazing groot moet geweest zijn na het aanhoren van mijn standpunt (en tevens dat van AEL) over het onderwerp. Klaarblijkelijk had men verwacht dat AEL zulks een voorstel onomwonden en met de nodige pittige uitspraken zou verdedigen zodat het vinden van een tegenstander voor invoering een fluitje van een cent zou zijn. Spijtig genoeg moest de man van een kale reis terugkeren. Voor alle duidelijkheid, ons standpunt inzake de sharia of het implementeren van islamitische jurisprudentie in nationale wetgevingen in Europa is als volgt:

1) Als AEL zijn we geen vragende partij voor implementatie van de Sharia of islamitische jurisprudentie in de huidige nationale wetgeving.


2) De Sharia als dusdanig bestaat niet en is onderhevig aan vele interpretaties. Er bestaat geen consensus bij moslims hierover. Bovendien is de Sharia niet één of ander wetboek met regels en artikels die vaststaan en onveranderbaar zijn.


3) De moslims in het algemeen in Europa of in het Westen liggen niet wakker van invoering van Islamitische jusrisprudentie in nationale wetgeving.


4) Het debat rond de spanningen tussen allochtonen en autochtonen verengen tot een debat rond de Sharia is een vals debat en getuigt van intellectuele armoede en oneerlijkheid.

Waar het debat wel moet over gaan en waar moslims wel wakker van liggen is het volgende:

1) Om de spanningen tussen de verschillende gemeenschappen weg te werken moet men in Europa afstappen van assimilatie retoriek en beleid.

2) Er dient dringend werk gemaakt te worden van wetgeving die de minderheden beschermt tegen politieke wispelturigheid van de meerderheid.

3) Er dient werk gemaakt te worden van consequent en sterke anti-racisme en discriminatiewetgeving (cfr. tewerkstellingsmarkt, huurmarkt etc...)

4) Pedagogie in het onderwijs dient aangepast te worden de maatschappelijke realiteit en een andere invalshoek dient te worden gehanteerd om de slagingskansen van minderheden te verhogen naar het niveau van autochtone Europeanen

5) Stoppen met het systematisch associëren van de Islam met terreur, Bin laden's en meer van dat fraais en een halt toe te roepen aan de Islam-bashing.

Indien rond deze punten CONCREET EN HARD wordt gewerkt, zullen de spanningen al voor een groot deel weggenomen worden.en kunnen we eindelijk hopen op een beter toekomst voor iedereen. Het enige model dat van tel is, is het BURGERSCHAPSMODEL waarin iedereen respectvol en gelijk wordt behandeld en benaderd. Zolang dit niet het geval is, zullen de spanningen blijven bestaan, al integreert men alle religieuze jurisprudentie van elke religies in de nationale wetgeving.

Waar AEL wel voor pleit, en wat reeds in bepaalde landen bestaat, is een multi-confessioneel gerechtssyteem inzake familie -en burgerrecht (huwelijksrecht, erfenisrecht etc….) waarbij iedere burger de keuze krijgt om te trouwen, erven, scheiden onder Islamitisch, Katholiek, Protestants, Joods , … recht.

Dit standpunt draagt geen absolute prioriteit maar kadert wel in ons streven naar erkenning en institutionalisering van de diversiteit in het Westen. Dit brengt sowieso ook een bepaalde vorm van bescherming van de minderheden in Europa tegen assimilatie met zich mee.

Nadat ik dus mijn standpunt had kenbaar gemaakt werd mij gezegd dat men nu op zoek zou gaan naar een absolute voorstander en verdediger van het het voorstel en dat de publicatie op woensdag 13/02/2008 zou gebeuren. Niet ten zeerste tot mijn verbazing kreeg ik dezelfde dag nog een telefoontje van diezelfde journalist met de mededeling dat ze zullen afzien van het onderwerp omdat ze niemand hadden gevonden die de (gedeeltelijke)invoering van de sharia wou of kon verdedigen. Bij deze is dan nogmaals eens bewezen hoe de media omgaat met issue's over moslims die in positieve zin zouden kunnen worden geïnterpreteerd worden door de publieke opinie. Debatten die GEEN aanleiding geven tot het vergroten van de angst voor moslims of de islam zijn oninteressant en van geen nieuwswaarde. Ook niet de debatten die de echte pijnpunten van de maatschappij inzake minderhedenbeleid bepleiten.

In Vlaanderen, en bij uitbereiding in het Westen, houdt men er niet van en zwijgt men liever over het lelijke beeld dat ze te zien krijgen als hen een spiegel wordt voorgehouden.

Karim Hassoun

Voorzitter AEL Belgie

Geen opmerkingen: