vrijdag 29 februari 2008

1e antwoord op reacties op: “Revisionisme” en “reformisme” in de PVDA, een verwijt ten onrechte?


Wat is volgens mij de essentie van de reacties onderaan mijn vorig artikel - “Revisionisme” en “reformisme” in de PVDA, een verwijt ten onrechte?:

"De huidige partijlijn zou gebaseerd zijn op de lijn van het vijfde congres "Partij van de revolutie" en die zou zijn: "soepeler naar buiten, meer marxistisch-leninistisch naar binnen."… theorie en praktijk die hand in hand gaan. …Het marxisme-leninisme is geen godsdienst. Iemand die de juiste revolutionaire lijn propageert maar niet erin slaagt arbeiders in een brede populaire arbeiderspartij organiseren past het marxisme-leninisme niet toe.
Reformistische eisen propageren die aanslaan bij de voorhoede van de arbeidersbeweging om ze te kunnen organiseren in de partij en ze DAAR DAN vormen in het marxisme-leninisme.
In de vorming studeren we nog alijd dezelfde werken, ook "De partij vande revolutie". Maar we passen onze taktiek aan om een brede arbeiderspartij te kunnen worden. We gaan geen discussies meer aan over het communisme met arbeiders die zich daar nog niet voor interesseren en daardoor van ons weglopen. … We zijn niet opgewassen tegen de enorme invloed van het anti-communisme op de
massa om daar rechtstreeks en frontaal tegen in te gaan. Zo bouw je geen brede arbeiderspartij op, door zoveel arbeiders weg te jagen. …Alleen langs een lange omweg kunnen we de grote massa voor onze politiek van de revolutie winnen."

Sorry kameraden, maar jullie is een "toepassing van het marxisme-leninisme" aangeleerd door vorming, dat niets met dialectisch materialisme te maken heeft.
Jullie hebben je laten overtuigen van de "juistheid" van een marxistische analyse die gebaseerd is op idealisme: vooropgestelde ideeën of opvattingen die "conclusies" worden van een "marxistische analyse" gebaseerd op uitgezochte passages uit werken van bijvoorbeeld Marx Mao of Lenin en uitgezochte citaten van hen.
Wat zijn die VOOROPGESTELDE opvattingen die "bewezen" worden?

1. Er moet een brede populaire arbeiderspartij zijn.
2. Het propageren van noodzaak van revolutie in een arbeiderpubliek die daar nog niet rijp voor is moet plaats ruimen voor populaire programmapunten van hervormingen.
3. De strijd opwekken rond hervormingseisen, levert sympathie op voor de arbeiderspartij (die INTERN nog de noodzaak van revolutie voorstaat). Zo kun je arbeiders organiseren IN die partij.
4. De vorming over noodzaak van revolutie gebeurd dan pas.
5. Het feit dat je dan arbeiders IN de arbeiderspartij kunt organiseren is de praktijk die de juistheid van de theorie (gevat in de stellingen hierboven)bewijst.

Deze "lijn" is ontwikkeld door kaders IN de PVDA die bewust gekozen hebben voor de burgerij en dient om degenen in de PVDA, die ooit lid zijn geworden omdat ze aangetrokken werden door de oorspronkelijk revolutionaire doelstellingen die de PVDA voorstond, te laten militeren, en hun activist te maken voor hun project.

Wat is dat project en wat is die "lijn"?
Het project van die "revisionisten" (=burgerij IN de partij) is: revolutie en socialisme eerst UIT TE STELLEN naar een verre toekomst (en zo tot AFSTEL te komen) Hierdoor moet het voortbestaan van het kapitalisme beschermd worden.
De communistische partij, met een fundamenteel revolutionair programma wordt zo omgevormd (stap voor stap om de overtuigde revolutionairen en marxisten niet te verontrusten en"bijeen te houden") tot een partij met een populair IMAGO en PROFIEL dat arbeiders moet duidelijk maken: Verandering in de maatschappij afdwingen betekent propaganda maken voor zo'n partij… opdat er goede verkiezingsresultaten zijn. Die "goede verkiezingsresultaten" vormen dan weer het praktisch bewijs voor de juistheid van de strategie van “de partij met het links IMAGO”.

Jullie zijn "overtuigd" doordat het allemaal in overeenstemming zou zijn met het vijfde congres "Partij van de revolutie"?
Nu is het zo dat er in de congresteksten van "Partij van de revolutie" TWEE LIJNEN tegenover elkaar stonden en zijn blijven staan: Een revolutionaire lijn en een revisionistische lijn. Door nu te stellen dat het vijfde congres één revolutionaire lijn bevat die overal en op alle vlakken op het congres het revisionisme heeft weerlegd en bestreden konden Boudewijn Deckers en Peter Mertens juist datgene "plukken" uit “de Partij van de revolutie” dat jullie van de juistheid van HUN lijn moest overtuigen.
Ik zal dat nog uitgebreid analyseren, maar nu één voorbeeld.

Hoofdstuk III, deel 3 uit "Partij van de Revolutie" leidt een revolutionaire partij in de richting van een reformistische partij en ligt aan de basis van de resolutie van 1999 (en het verkiezingsbilan van Herwig Lerouge in 1995)
Enkele passages uit hoofdstuk III,3 :

« Men moet de plaats van de massa`s en die van de partij in het revolutionaire proces correct beoordelen. Het bureaucratisme, net zoals het avonturisme of het terrorisme, draait de rollen om….(citaat Mao)…..
De massa`s maken de revolutie, onder leiding van de partij.
Het vertrouwen van de massa`s winnen, de massa`s organiseren rond de partij, dat zijn de esentiële taken voor de voorbereiding van de socialistische revolutie.. We kunnen de revolutie niet alleen maken met de partij en de “zuivere politiek.” …
De communistische militanten moeten overal aanwezig zijn waar de massa`s strijd voeren en politieke actie ondernemen.
We moeten de massa`s mobiliseren, hun zin voor initiatief en creativiteit stimuleren rond die punten die interessant zijn voor de partij. We moeten de juiste ideeën concentreren, hun concrete belangen vertolken, maar ook op gepaste en bevattelijke wijze onze essentiële revolutionaire ideeën binnenbrengen. Bolsjewieken zijn de mensen van de
massa
De massalijn toepassen betekent het dialectisch materialisme in de practijk brengen. Het materialisme bestaat
erin in alle objectiviteit kennis te nemen van alle feiten, alle ervaringen, voorstellen en ideeën van de basis. De dialectiek bestaat erin, met behulp van het marxisme-leninisme, al deze gegevens te analyseren en de positieve aspecten te scheiden van de negatieve. … Om een juiste politieke lijn en tactiek uit te werken, is het noodzakelijk om enquêtes te doen over de impact van het werk van de partij en over opvattingen van de massa`s”

« De partij moet niet uitgaan van “de juiste lijn” en die dan over de massa`s uitstormen, zonder zich de vraag stellen of zij wel kunnen volgen. Het gebeurt vaak dat wij een “juist standpunt” verkondigen, maar dat het de massa`s tot wie wij ons richten, doet afhaken. Telkens als wij ons tot de massa`s richten (scholieren, derdewereldactivisten, studenten, syndikalisten) moeten wij ons eerst rekenschap geven van hun niveau en hun vragen, en hen dan enkele politieke stappen vooruit doen zetten. Wij moeten inspanningen doen om juiste ordewoorden te formuleren, maar we moeten onze voorstellen ook confronteren met het standpunt van de voorhoede. Formuleringen die onbegrijpelijk zijn voor de voorhoede, zullen ook niet door de massa begrepen worden….
Met het huidige niveau van de massa`s is het onmogelijk om ons te doen erkennen als “hun”partij, als we hun concrete problemen en hun dagelijkse noden niet ernstig aanpakken. Wij moeten de beste verdedigers zijn van die belangen, maar we moeten er ook beter in slagen om die belangen te verbinden met de grote lijnen van ons nationaal en internationaal programma”

Deze lijn wordt geconcretiseerd in « taktiek » en « massalijn »in Resolutie uit 1999 :

“…171. Een fundamentele rectificntie betreffende ons imago, tactiek en benadering van de massa's
172. Er bestaan diepgaande tegenstellingen over de stelling: "De partij moet verenigd zijn rond een strict marxistisch-leninistisch programma of analyses, die naar de grond van de zaken gaan; maar in haar werk onder de massa's moet de partij veel aandacht besteden aan de tactiek, aan de massalijn, aan het bestuderen hoe onze boodschap "overkomt", aan nietalles over de massa's uitgieten, maar een oftwee essentiele punten scoren in een gegeven situatie"
173. Wij moeten weten of er al dan niet eenheid is over het (interne) bilan van deze verkiezingen. Onze resultaten vormen een grote nederlaag, niet van onze politiek, maar van onze tactiek. Na de grootste golf volksbewegingen, na een massale, voorbeeldige, opgemerkte aanwezigheid van onze militanten in deze bewegingen, bekomen wij de slechtste scores van ons bestaan, behalen wij maar 50% van het minimum vooropgestelde cijfer van 70.000 stemmen. Wij staan voor een immens probleem en moeten al wat ons, ondanks de toewijding en het militantisme van onze kaders en militanten, heeft verhinderd om de
massa's te oveituigen, de massa's aan de partij te verbinden, in vraag durven stellen
174. "Er zijn fundamentele kritieken te maken op heel onze werkstiji en niel enkel op de campagne. Er is een fUndamenteel probleem met de massalijn. Wij komen er niet toe de gedachten, de gevoelens, de ervaringen van de syndicalisten te centraliseren. De ideeen van rechts en extreem-rechts winnen veld onder de
massa's. Wij hebben schatten aan menselijke contacten, maar zijn niet in staat te centraliseren, wij onderschatten de mensen. Wij disclissieren te veel "onder ons", wij moeten werken met de mensen, dag na dag, jarenlang".
175. Er zijn standpunten die weigeren te erkennen dat wij ernstige problemen hebben met de massalijn. "Men moet de
massa's hun ervaring laten opdoen. In afwachting moeten wij blijven wie we zijn, zoals het ons vele sympathisanten vragen."
176. Er is verwarring tussen politiek en tactiek. In de grond moeten wij "blijven wie we zijn" voor onze politieke lijn, maar om die lijn over te brengen naar de
massa's, moeten wij onze tactiek radicaal veranderen.
177. Er is de politiek, maar ook de tactiek. Wij hebben als fundamentele politiek de socialistische revolutie, het revolutionaire geweld, de ornverwerping van de dictatuur van de bourgeoisie, de dictatuur van het proletariaat. Maar de tactiek moet aangeven wat, in de huidige omstandigheden, op het niveau van de
massa's kan worden overgebracht en wat zij dichter bij onze politiek brengt. Een kameraad schrijft: "lk ben tier over onze acties: Said Charki, Mimoun, Irak, Vrede". Wij moeten tier zijn over onze strategische politieke lijn, maar niet over onze tactiek in deze zaken! Welnu, de verkiezingen zetten ons met de neus op de ernstige problemen van tactiek.
178. De zin aanvaarden "lk ben fier over onze acties. Said Charki, Mimoun, Irak, Vrede", komt erop neer te ontkennen dat wij een fundamenteel probleem hebben, onze onmacht om te argumenteren op het niveau van de
massa's ontkennen en om voor eike actie, in een klimaat van fascisering, de twee of drie punten te ontdekken die kunnen overkomen. Op basis van onze politiek die in het begin is uitgewerkt, moet de tactiek de twee of drie punten aangeven die op dit ogenblik, op het niveau van de massa's punten kunnen overbrengen die ze dichter bij onze politieke lijn brengt.
179. Men moet ermee ophouden zijn kop in het zand te steken, en de kameraden die het meest gauchistische en sectaire houdingen hebben verdedigd tov de
massa's, zouden de eersten moeten zijn om bepaalde gewoonten in de partij in vraag te stellen. De nederlaag bij de verkiezingen moet ze ten minste verplichten na te denken. Welnu, het tegendeel gebeurt, er is maar heel weinig "activisme" om onze fouten en zwakheden uit te diepen. In tegendeel, men gaat terug tot de aanval over met de verdediging van een benadering die al bewezen heeft dat hij faalt. "Men mag dergelijke punten niet naar voor brengen. Dat men ons vertelt weike tactische fouten wij hebben begaan!" "Ornwille van onze rol in de affaire Charki, hebben wij veel sympathie gewonnen onder de migranten". "Het is eenzijdig te stellen dat er dingen moeten veranderen in de partij. Wij zullen altijd gediaboliseerd worden door de burgerij"....

183. In alle moeilijke problemen moeten wij twee dingen doen: bepalen wat de voordelige benadering is, waar wij punten kunnen scoren; volhardend zjin, een affaire verderzetten tot het einde toe in plaats van ergens voorbij te komen als een strovuurtje, er alle politieke en organisatorische vruchten van plukken….”

Tegenover de oproep om te capituleren voor de strijd om standpunten te verdedigen en discussies ter opvoeding te voeren rond punten « die moeilijk liggen » en « de massa`s en zelfs de voorhoede doet afhaken »… hetgeen resulteert in…stemmenverlies, stellen andere teksten dan hoofdstuk III,3, MAAR UIT DEZELFDE CONGRESTEKST (« Partij van de revolutie », EPO), bijvoorbeeld hoofdstuk 1, deel 5 "De omvorming van wereldopvatting":

“Een communist vormt zijn wereldopvatting om door banden aan te knopen met de massa`s, met het doel hen te winnen voor de revolutionaire ideeën.
In de jaren dertig zei men graag dat een bolsjeviek een man van de massa`s was. Op de werkende
massa`steunen, hen opvoeden, de juiste ideeën en voorstellen onder hen opsporen en concentreren, diegenen die aarzelen proberen te overtuigen, dat is altijd een fundamentele werkmethode van de communisten geweest. Op die manier kan men de massa`s revolutionariseren en zichzelf omvormen. De massa`s maken de geschiedenis wanneer ze geleid worden door een authentieke voorhoedepartij. Ook op ogenblikken dat de massa`s overspoeld worden met reactionaire ideeën, moeten de communisten voortdurend en geduldig onder hen werken om ideeën en voorstellen te ontdekken die hen de mogelijkheid bieden zich te bevrijden van deze burgerlijke beïnvloeding….(citaat statuten PVDA)
Tijdens de grote anti-communistische campagne van de jaren 1989-1991 werden alle communisten zwaar op de proef gesteld. Iedereen kan bij zichzelf nagaan of hij discussies gezocht heeft met de massa`s en of hij gevochten heeft om hen van het doel van die contrarevolutie te overtuigen. Op dat vlak reiken het rechts-opportunisme en het sectarisme elkaar de hand en versmelten ze als het waren. Beide tendenzen vermijden om zich onder de massa`s te begeven en voeren geen overtuigende strijd. Een aantal opportunistische elementen hebben gezegd dat de anti-communistische campagne “geen voordelig klimaat schiep”. Het omgekeerde is waar, Alleen door de ideologische strijd kunnen wij punten scoren, kunnen wij de progressieve elementen overtuigen zich bij ons te voegen. Wanneer de burgerij overdrijft met haar anti-communistische leguens, trekken de opportunisten zich terug. Echte communisten zien hierin kansen.: in dergerlijke omstandigheden kunnen progressieven zich rekenschap geven van de leugenachtigheid van de burgerij en overtuigd geraken van de juistheid van de communistische analyse…”

En tegenover de capitulatie in Resolutie van 1999 ten aanzien van de “moeilijkere punten” inzake het optreden van de partij aan de zijde van de jongeren die in opstand kwamen… omdat dat kan leiden tot slechtere verkiezingsresultaten staat in hoofstuk 1, deel 4:

“…Wij kunnen eindeloos met een aantal kleinburgers discussiëren over de “de criminaliteit onder jonge immigranten”en zelfs de “lijn daarover”in het lang en het breed uitwerken. Maar waartoe dient dat alles?
Tot welke praktijk leidt dat? Het is veel belangrijker activisten te organiseren die bereid zijn om onder de jonge immigranten te werken, om hen een alternatief te bieden voor drugs en kleine criminaliteit, om het vorming te geven over de banden tussen drugs, kapitalisme en repressie…..

Welke houding nemen we aan tegenover wat de burgerij “de rellen van de jonge immigranten”noemt? Natuurlijk klagen wij de smerige gifspuiterij van de pers aan. Maar dat kan iedere kleinburger doen. De communisten moeten zich in de practijk storten, aan de kant van de meest onderdrukte massa`s. Onze voornaamste bezorgdheid moet juist zijn om hen te helpen zich te organiseren om te strijden, verzet te bieden, hun situatie en hun standpunte bekend te maken, een socialistische bewustzijn te verwerven. Onze belangrijkste taak is niet”de lijn uitwerken”om een antwoord te geven op de kleinburgers, maar wel een politiek uit te werken voor de praktijk onder de onderdrukten. De spontane reacties van sommige kaders en leden op de jongerenrellen worden gekleurd door kleinburgerlijke vooroordelen….”

Was RESIST een geslaagd en correct uitgewerkt project? Abu Jahjah maakt in zijn boek "Dagboek Beiroet-Brussel" zelf een kritisch bilan van RESIST. Ikzelf had VOOR de start van de verkiezingscampagne al een kritiekrapport, met daarin een unaniem kritisch standpunt over RESIST van mijn eenheid, doorgestuurd, waar nooit op gereageerd is.( ik kom hier OOK nog op terug).Maar in ieder geval was het hierbovenstaande een belangrijke doelstelling van de communisten binnen RESIST…. en JUIST HIERVOOR werd RESIST door Boudewijn Deckers en Peter Mertens als "gauchistische afwijking" gecatalogiseerd. Met citaten uit "de linkse stroming…" hebben ze jullie hiervan kunnen overtuigen blijkbaar. Dit is geen marxistische analyse, dat is een misleidende "bewijsvoering naar analogie".Nee De opportunistische fout van de communisten binnen Resist was dat ze meenden dat het te koppelen was aan een héél goede VERKIEZINGSuitslag. Dit opportunisme (het doel van verkiezingen is een als goed te beoordelen verkiezingsuitslag) wordt nu door Boudewijn Deckes en Peter Mertens verheven tot "correcte lijn".

Geen opmerkingen: