zaterdag 5 april 2008

Twee lijnen inzake “toets in de practijk” “massalijn” en “partijopvatting”

Ik kreeg een reactie-mail op de mail, “Over de "demokratie" en de "partijopvatting" van het 8e Congres van de PVDA van België die ik rondstuurde op 22 maart en waarin ik het 8e congres van de PVDA besprak. Ik denk, voorzover ik de auteur ken, dat zijn reactie een type-voorbeeld is van reacties die sommige partijmilitanten OOK zouden geven, als ze ertoe zouden komen OM te reageren. (Ik geef in dit artikel de essentie van die mail van “Ron”)
Aangezien dat “Ron”, denk ik, hier standpunten inneem die hetzelfde zijn van véél vroegere mede-militanten die (nog) actief werkzaam zijn in de PVDA (waarvan ik, op order van Boudewijn Deckers, ben UITGESLOTEN) zal ik hierop antwoorden.
De twee belangrijkste stellingen uit de mail van “Ron”:

1. “Je hebt en toont geen enkele band met de praktijk. De PVDA probeert een communistische partij op te bouwen in de praktijk van een 21e eeuws imperialistisch land en in de context van de wereldsituatie zoals ze nu is. Jij beweert dat ze niet meer revolutionair is en je hebt daar misschien wel argumenten voor, maar wat zijn die argumenten waard als ze niet aan de praktijk getoetst zijn? Niets, nul komma nul”
2. “Dus, als je het werkelijk meent en echt bezorgd bent om de toekomst van de PVDA, stop met die boekenwijsheid en neem de praktijk als basis voor je theorie, probeer zelf in de praktijk een revolutionaire arbeidersgroep op te richten,”

Zijn argumenten zitten vervat in citaten van Ludo Martens Stalin en Mao Zedong te lezen in bovenvermelde mail (eventueel hier nog eens naar terugklikken)
Ik zal nu eerst even ingaan op zijn eerste stelling.

Het zou dus wellicht een reactie kunnen zijn van veel militanten van de PVDA nog lid geworden op basis van het oorspronkelijk revolutionair en principieel marxistisch karakter van de PVDA (zo ongeveer voor het vijfde Congres) en zelfs van kaders zoals bijvoorbeeld Kris Hertogen. Maar in de reeks artikelen (beginnend hier) wil ik aantonen dat huidige leiders in de PVDA (zoals een Boudewijn Deckers) een eigen “praktijk” ontwikkelen of weten “op te leggen” aan partijleden die dan weer de toets” gaat zijn voor de theoretische politieke lijn en de strategie voor IN FEITE een ontwikkeling naar een reformistische partij (een partij die zo “bewijst” om in staat te zijn om serieuze verkiezingsresultaten voor te leggen). Dat zit er achter de misleiding die Boudewijn Deckers voorhoudt: “Een communistische partij op bouwen in de praktijk van een 21e eeuws imperialistisch land en in de context van de wereldsituatie zoals ze nu is”.
Voor degenen, die zonder veel EIGEN NADENKEN, zonder veel EIGEN GEBRUIK VAN EIGEN VERSTAND (ik noem hen “suivistische activisten”) en omdat ze in hun hart eigenlijk “overtuigd” zijn geraakt van de “juistheid van die politieke lijn en strategie”, gaat die “uitgezochte” practijk inderdaad de vooraf ontwikkeldetheoretische” politieke lijn “bewijzen”. En aangezien ik voor hén, die (door Boudewijn Deckers aangegeven) vorm van “practijk” niet kan voorleggen, is voor hen, mijn analyse “teoretische boekenwijsheid”.
Hoe Boudewijn Deckers een eigen “toets in de praktijk” ontwikkelt, daarmee pseudo-marxisme hanteert behandel ik ook nog in volgend artikel.

Eerst ontwerpt hij een “vaststaand uitgangspunt”: de PVDA moet erin slagen betere verkiezingsresultaten te boeken, daarvoor moeten ze de “massalijn” hanteren zoals Boudewijn Deckers die ook weer op pseudo-marxististische wijze ontwikkeld heeft. Dit ded hij in bijvoorbeeld Hoofstuk III, deel 3 van “Partij van de Revolutie” waarin - blijkbaar gestemd (ook door mij indertijd) op het Vijfde Congres- IN FEITE een eigen partijopvatting en eigen organisatieprincipes worden ontwikkeld die IN STRIJD zijn met de -ook gestemde - hoofdlijn. Hierbij wordt dan ook tegelijk bepaald wat “de practijk” gaat zijn. Zo wordt de zelfontwikkelde “toets in de practijk” door het hanteren van een zelfontwikkelde “masalijn” en een zelfontwikkelde “werking in de arbeidersklasse” het bewijs van de juistheid van de “politieke analyse” die hij gemaakt heeft.
In volgend artikel (nog te maken) geef ik aan de hand van een voorbeeld (de totale analyse volgt nog) de TWEE lijnen die NAAST ELKAAR BESTAAN in de congresdocumenten van het Vijfde Congres.
Maar de PVDA ontwikkelde dus vroeger al een héél andere “toets in de practijk” die dan ook een héél andere (een van oorsprong) revoloutionaire strategie moest “toetsen”. Dit wil ik even terug (via deze artikels beginnend hier) in het collectief geheugen prenten van al die militanten (zoals dus bovenvermende auteur) en kaders zoals Kris Hertogen. En voor zover ik weet heef Boudewijn Deckers ZO’N “toets in de practijk” NOOIT ontwikkeld (Kris Hertogen daarentegen heeft ooit de analyse en het bilan tot stand gekomen onder zijn leiding (zoals in “Dossier Klassenstrijd”,
Marxistische Studies26,1994, zie marx.be)[1] ontwikkeld op wél die “toets in de practijk”.
Voor de rest, vind ik dat ik IN FEITE al geantwoord heb op gelijkaardige reacties. Zie de opeenvolgende artikels: het eerste met de mail waaronder de reacties staan en het tweede waarin ik reageer en antwoord op die reacties.
De auteur van één van die mails(ik noem hem “Ron”) is dezelfde als die van de mail waarvan in DIT artikel sprake is. Maar blijkbaar heeft hij mijn reactie niet gelezen… ofwel kon hij zich daarover geen mening vormen?
Ik heb nochtans de mogelijkheid ingebouwd om ANONIEM te reageren, omdat de INHOUD van de reactie belangrijker voor mij dan de uiteindelijke afzender.
Boudewijn Deckers is erin geslaagd de PVDA te ontwikkelen naar een partij “zoals de BWP, toen hij nog principes had”. Hij is erin geslaagd om gebruik te maken van het bestaan van opportunisme bij nog veel partijmilitanten en toonaangevende kaders. Zo is Kris Merckx bijvoorbeeld teruggekeerd naar opvattingen van 1968 die toen bestreden zijn door Ludo Martens en waar Kris TOEN (schijnbaar) afstand van had genomen. (lees dit in dit artikel)
Over “het marxistische bewijs” dat “Ron” geeft in de vorm van die citaten van Ludo, Stalin en Mao zal nog terugkomen in een ander artikel. Ook kom ik terug op zijn tweede stelling.
Eén opmerking echter: Boudewijn Deckers is als “partij-ideoloog” er blijkbaar ingeslaagd om metafysisch-idealisme te verkopen als zijnde wetenschappelijk socialisme of dialectisch en historisch materialisme: “Ron” neemt volgend IDEE uit zijn hoofd over als feitelijk vaststaande uitgangsstelling: “Je hebt en toont geen enkele band met de praktijk”. Hierop baseert hij dan zijn opvatting over mijn analyse…..



[1] Ik zette de belangrijkst artikels “online”, zie revolutionaire partij in stakingen en sociaal eisenprogramma en strijd voor revolutie.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

leer schrijven!

Nico: zei

Goed kunnen schrijven is inderdaad een talent dat ik ontbreek. Maar wat over de INHOUD, heb je daarover een uitgewerkte mening?