donderdag 10 april 2008

Ontwikkeling van revisionisme in PVDA als “negatieve leermeester”


Hier kun je doorklikken naar “Het Revisionisme in de Europes Communistische Beweging deel 2a” en “Het Revisionisme in de Europese Communistische Beweging deel 2b” (de tekst die ik hier op het internet zet, moest ik wegens bestandgrootte-problemen in twee kappen.)
Het is een tekst waarin opvattingen en analyses staan die ik vroeger al INTERN opstuurde. De tekst dateert van 2006, ik was al UIT de partij gezet. Ik stuurde die reeds naar de leiding van de PVDA. NU pas zet ik die op internet. Tussen twee haakjes doe ik hierin uit de doeken hoe een UITGEKOZEN tekst van het Vijfde Congres van de PVDA in 1995, die in “Partij van de Revolutie”(EPO) staat in hoofdstuk III, deel 3 gebruikt wordt door Boudewijn Deckers.

Ik wil mij even hierover verantwoorden…
Door omstandigheden heb ik mijn praktijk als partijmilitant drastisch moeten veranderen in de periode rond 1999. In de eenheid die zich toen vormde en waar ik deel van uitmaakte, stelde zich de vraag: “Wat te doen? Wat kunnen wij naar de hogere leiding verantwoorden als “celplan”, rekening houdend met de richlijnen komende van de hogere leiding die gebaseerd waren op een planning van meerdere komende jaren.”
Dit hield dus in: discussies IN de eenheid op basis van politieke teksten van de hogere leiding rond die planning over de komende jaren.
Die discussie bereidde we voor met schriftelijke stellingname van de betrokken leden IN die eenheid. Elke tekst werd bezorgd aan elk lid van de eenheid.
Zoals gebruikelijk was, werd er van de discussie een verslag gemaakt en doorgegeven als “celrapport” naar de hogere leiding. We konden ervan uitgaan dat de verschillende eenheden ressorterend onder die “hogere leiding” de verschillende “celrapporten” zou verwerken, bediskuteren en erover stelling zou nemen en dit weer zou rapporteren aan de Nationale Leiding. Aan het eind zou dan die concrete verwerkingsgegevens en concrete stellingnames komende “van onderen” om haar politieke planning te verfijnen, zien wat het hoofdprobleem was waar iedereen zich prioritair op zou richten, eventueel aangevuld met “secundaire” problemen gezien vanuit de top, maar voor een bepaalde concrete eenheid, aangevoeld als HAAR concreet hoofdprobleem.
Zo zou voor iedere eenheid een “eigen” concrete politieke planning tot stand komen voor “het komende jaar” of de “komende jaren”: met bovenaan de ALGEMENE NATIONAAL AANGEGEVEN prioriteiten aangevuld met een planning specifiek voor de betreffende eenheid. Dit was een manier van functioneren van het Democratisch Centralisme, waar ik achter stond en nog altijd achter sta!
Nu merkte ik dat er op politieke stellingname komende vanuit de eenheid er GEEN politiek antwoord kwam, zelfs geen politiek geargumenteerde WEERLEGGING. Voor een goed functioneren van het Democratisch Centralisme, door een leiding die bezorgd zou zijn voor de EENHEID in de partij is het ANTWOORDEN, politieke BESPREKEN of zelfs een WEERLEGGEN van rapporten vanuit basiseenheden een statutair vastliggende PLICHT.
Als er al een antwoord kwam was dat in de zin van: “Met de komende DRINGENDE campagnes voor ogen, waarbij de lagere eenheden DRINGEND moeten laten weten hoe zij zich zullen inschakelen, is er NU GEEN TIJD om zware politieke discussies te houden. We verwijzen discussies naar het moment van het maken van het bilan van de AAN DE GANG ZIJNDE campagne(s).
Vervolgens zocht ik dan in eventuele politiek inhoudelijke teksten (als die er waren) rond de AAN DE GANG ZIJNDE campagnes naar argumenten om mezelf politiek te motiveren voor die campagne en mezelf dan maar PRACTISCH in te schakelen in die campagne. Ik maakte wel notas voor het moment dat er dan een bilan zou worden gemaakt, om dan “in de praktijk getoetste argumenten” te hebben hiervoor. Maar als er dan politiek stelling werd genomen, volgens het mechanisme zoals hierboven gesteld, begon ik te merken dat er eigenlijk nooit echt antwoord kwam. Niet alleen ik merkte dat, ook sommige van mijn mede-militanten hadden gelijkaardige problemen. Andere mede-militanten hadden in de loop der jaren zich genesteld in “het opvolgen als goede partijmilitanten van de richtlijnen die van boven komen, zich de politieke argumentatie gewoon eigen maken ZONDER discussie ‘want daar was toch geen tijd voor’ ”. Omdat ik niet de naam wilde hebben van “een discussie op te dringen daar waar NU vooral practisch werk moet worden afgesproken en opgevolgd” begon ik, met copies naar mede-militanten, rapporten te maken RECHTSTREEKS naar de nationale leiding (dit was statutair geoorloofd). In die rapporten maakte ik MIJN analyse over wat IK VOND dat de belangrijkste politieke problemen waren in de partij waardoor er “in feite” een werkwijze werd opgedrongen die in mijn ogen “economistisch” was en zelfs deed denken aan de “reformistische” werkwijze: “de beweging is alles, het doel is niets”. Toen zag ik dat nog als een afwijking die zich had geînstalleerd op bepaalde niveaus, bij bepaalde kaders. En wel als afwijkingen van een “globaal correcte politieke werking” die ik meende te kunnen onderschrijven.
De concrete ontwikkelingen IN de partij leidde méér en méér naar een werking van verkiezingscampagne naar verkiezingscampagne met daartussenin aanwezigheid in strijdsituaties (zonder echte politieke vooruitzichten die verder gingen dan de eerstvolgende verkiezingscampagne). Dit kun je lezen, hier in de artikelenreeks De PVDA (2008:”Hervorming eerst, niet socialisme. Mijn analyse die ik eerder maakte en dus nu te lezen in Het Revisionisme in de Europes Communistische Beweging deel 2a (en deel2b) wordt zo volgens mij bevestigd door “in de praktijk getoetste argumenten” aangevuld met politieke studie.
Indertijd kwam er GEEN politiek antwoord (of zelfs een politiek geargumenteerde WEERLEGGING)… maar beval Boudewijn Deckers tot mijn “uitsluiting”.
De verwerking van vroegere INTERN gevoerde discussies en stellingnames zitten dus nu in uitgebreide teksten. Ik heb nu voor mij beslist om die één voor één “voor iedere geïnteresseerde” beschikbaar te maken.
Ik constateer namelijk dat er een algemene ontwikkeling is van revisionisme binnen verschillende Communistische Partijen. Deze ontwikkeling van revisionisme kan ik maar CONCREET voorstellen door dit te allereerst te analyseren van de organisatie die ik zelf goed ken, en waar ik over veel teksten beschik. Dus de analyse van de ontwikkeling van het revisionisme BINNEN de PVDA is bedoeld als “negatieve leermeester”.

Geen opmerkingen: