Dit is een bijlage-artikel voor volgend artikel.
Uit een mail van “Ron”, als reactie op de mail, “Over de "demokratie" en de "partijopvatting" van het 8e Congres van de PVDA van België” met verwijzing naar volgend artikel, die ik rondstuurde op 22 maart:
“… je bezig bent met pure boeken’wijsheid’. Je sluit je op achter je PC en waant je bijna een nieuwe Lenin met je “Anti-Mertens”. Maar je bent geen Lenin, verre van dat, je kunt zelfs niet tippen aan je grote icoon Ludo Martens. Waarom? Je hebt en toont geen enkele band met de praktijk. De PVDA probeert een communistische partij op te bouwen in de praktijk van een 21e eeuws imperialistisch land en in de context van de wereldsituatie zoals ze nu is. Jij beweert dat ze niet meer revolutionair is en je hebt daar misschien wel argumenten voor, maar wat zijn die argumenten waard als ze niet aan de praktijk getoetst zijn? Niets, nul komma nul. … Je hebt de pretentie dat er naar jou eenzame persoon achter je PC moet geluisterd worden door een partij met 3.000 leden die allemaal in hún praktijk staan. Hieronder vindt je een aantal citaten ook van je geliefde Ludo Martens om die onmisbare band tussen Theorie en Praktijk even op te frissen.
Dus, als je het werkelijk meent en echt bezorgd bent om de toekomst van de PVDA, stop met die boekenwijsheid en neem de praktijk als basis voor je theorie, probeer zelf in de praktijk een revolutionaire arbeidersgroep op te richten, …
Uit: Het Manifest, 150 jaar jong in een geschiedenis die meet met eeuwen door Ludo Martens:
“Net zoals Engels was Marx een man voor wie de praktijk nauw verbonden is met de revolutionaire theorie. Twee maand na het afsluiten van de redactie van het Manifest breekt in Parijs de Februarirevolutie van 1848 uit. Ook in Brussel plannen de revolutionaire en republikeinse milieus een opstand voor de oprichting van de republiek. Marx laat zich daarbij niet onbetuigd. Als we geloof mogen hechten aan een rapport van de Brusselse politie, heeft Marx net een bedrag van 6.000 frank ontvangen als erfenis van zijn vader. Marx, die bijna heel zijn leven in armoede zal leven, aarzelt niet 5.000 frank daarvan te spenderen voor de aankoop van wapens bestemd voor de arbeiders van Brussel.”
Uit : LES BASES DU LÉNINISMeConférences faites à l'Université Sverdlov au début d'avril 1924 Dédié à la « Promotion léninienne » - J. Staline
«Voilà pourquoi Lénine disait que « la théorie révolutionnaire n'est pas un dogme », « qu'elle ne se constitue définitivement qu'en liaison étroite avec la pratique du mouvement révolutionnaire de masse véritable » (Maladie infantile), car elle doit servir la pratique, « répondre aux questions posées par la pratique » (Les amis du peuple), être vérifiée par les données de la pratique.
Uit: Selected Works of Mao Tse-tung:ON PRACTICE,”On the Relation Between Knowledge and Practice, Between Knowing and Doing”
Marxists hold that man's social practice alone is the criterion of the truth of his knowledge of the external world. What actually happens is that man's knowledge is verified only when he achieves the anticipated results in the process of social practice (material production, class struggle or scientific experiment). If a man wants to succeed in his work, that is, to achieve the anticipated results, he must bring his ideas into correspondence with the laws of the objective external world; if they do not correspond, he will fail in his practice. After he fails, he draws his lessons, corrects his ideas to make them correspond to the laws of the external world, and can thus turn failure into success; this is what is meant by "failure is the mother of success" and "a fall into the pit, a gain in your wit". The dialectical-materialist theory of knowledge places practice in the primary position, holding that human knowledge can in no way be separated from practice and repudiating all the erroneous theories which deny the importance of practice or separate knowledge from practice. Thus Lenin said, "Practice is higher than (theoretical) knowledge, for it has not only the dignity of universality, but also of immediate actuality."
The Marxist philosophy of dialectical materialism has two outstanding characteristics. One is its class nature: it openly avows that dialectical materialism is in the service of the proletariat. The other is its practicality: it emphasizes the dependence of theory on practice, emphasizes that theory is based on practice and in turn serves practice. The truth of any knowledge or theory is determined not by subjective feelings, but by objective results in social practice. Only social practice can be the criterion of truth. The standpoint of practice is the primary and basic standpoint in the dialectical materialist theory of knowledge.
Leaving aside their genius, the reason why Marx, Engels, Lenin and Stalin could work out their theories was mainly that they personally took part in the practice of the class struggle and the scientific experimentation of their time; lacking this condition, no genius could have succeeded.
All knowledge originates in perception of the objective external world through man's physical sense organs. Anyone who denies such perception, denies direct experience, or denies personal participation in the practice that changes reality, is not a materialist. That is why the "know-all" is ridiculous. There is an old Chinese saying, "How can you catch tiger cubs without entering the tiger's lair?" This saying holds true for man's practice and it also holds true for the theory of knowledge. There can be no knowledge apart from practice.”…”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten