vrijdag 4 april 2008

Arbeidersklasse(7): Wat was "enquetes"doen, wat was toen "massalijn"?


Op het vijfde congres van de PVDA in 1995, heeft Boudewijn Deckers er een revisionistische tekst door gekregen, door politieke onoplettendheid van de meerderheid op het congres (inclusief mezelf!) Die text staat in Hoofstuk III, deel 3 in "Partij van de Revolutie". Elders zal ik nog aantonen hoe de lijn in DIE tekst lijnrecht staat tegenover ANDERE texten van HETZELFDE congres. Die tekst haalt Boudewijn Deckers in 2004 weer boven (waarom hij dit kon doen vertel ik elders nog wel). Hierop is het "enquete-werk" en de "massalijn" die gebruikt wordt om de PVDA verkiezingsaantrekkelijk te maken. In de jaren '80 en ook in de tijd van AMADA, hadden "equetewerk" en "massalijn" een héél ander invulling. Dit blijkt uit de volgende passages waar Jan Grauwels en Luc Cieters weer aan het woord zijn en waaruit blijkt of ze de visie van zeg maar, Kris Hertogen hebben overgenomen of die van Boudewijn Deckers!

Jan Grauwels en Luc Cieters op p.59-67 van "De slag om de mijnen:

“ Adieu au proletariat? De start van de staking van '86
Mensen die twijfelen aan de enorme energie die vervat ligt in een volk, mensen die het voortdurend hebben over 'de arbeiders willen en durven niet meer strijden' hadden daar moeten zijn, aan de mijnen, in de dagen dat de staking van 1986 losbarstte.
Enkele weken eerder, op 22 maart, hield het ABVV haar congres. Voorzitter Vanden Broucke had daar eigenlijk maar een grote boodschap, 'geen avonturen'. Hij werd op het congres prompt van antwoord gediend door een Luikse BBTK-afgevaardigde: 'Als het een avontuur was om in '83 de staking van de openbare diensten te veralgemenen, wel dan ben ik voor het avontuur. Men
kan geen vakbond besturen zoals een verzekeringsmaatschappij. Men moet durven risico's nemen'.' Jazeker, er was wat irritatie. Waarom kregen de KS-delegees geen toelating zich tot het congres te richten met een oproep? Waarom had Vanden Broucke in zijn openingstoespraak de situatie in de mijnen van de dagorde afgevoerd als zou het geen onmiddellijk probleem zijn ? Nu was de ABVV-strategie afgestemd op de interprofessionele onderhandelingen. En dat betekende afwachten. Afwachten tot de regering haar dictaten in volmachtsbesluiten gegoten had.
Waren de arbeiders niet 'rijp' voor een algemene staking? De komende weken zouden het tegendeel bewijzen. Zoals zij ook het tegendeel bewijzen van wat de Franse filosoof Andre Gorz beweert in zijn boek 'Adieu au proletariat'. Gorz ziet maar weinig revolutionaire krachten werkzaam in de arbeidersklasse. Blindheid?

Een vulkaanuitbarsting: 12 april '86
Op geen duizend na met zekerheid te zeggen, maar alleszins met twintigduizend of meer stonden ze trappelend van ongeduld klaar op en rond het Kolonel Dusartplein. Klaar voor de mars door de Hasseltse binnenstad, de allergrootste betoging die Hasselt ooit zag.
Een kwartier voor het officiele startsein zou worden gegeven, barstte de betoging open. Er was geen houden meer aan. Een duizendkoppig blok, arm in arm en bijna in looppas, trok heel de betoging op sleeptouw. Dit was geen opstappen meer, dit was een reusachtige charge. De ordediensten van de vakbonden probeerden de
massa nog even te laten wachten. Tevergeefs. 'Dit is als een vulkaan die uitbarsf, zei BRT-journalist Johan Depoortere. Het gairnde door de straten, in grote spreekkoren: 'Martens buiten, mars op Brussel', 'de Generale moet betalen', 'behoud van 20.000 jobs', 'algemene staking nu'. Ook de verslaggever van het Belang van Limburg raakte in euforie en schreef over 'een overdosis geestdriff en over 'oprukkende troepen, aan iedere controle ontsnappend'.
Fel toegejuicht door het gros van de Limburgse deelnemers staptende delegaties uit de rest van Vlaanderen en uit Wallonie: de scheepsbouwers van Ternse, het ABVV van FN-Herstal, de LBC uit Antwerpen...
De mijnwerkers beschouwden zich als de voorhoede van de arbeidersklasse. Ze voelden dat het in hun macht lag de vonk te slaan in een nationale stakingsbeweging tegen de sociale afbraak. Vandaar dat hartelijke welkorn.
Op de slotmeeting werden de mijnwerkersdelegees letterlijk het podium opgeschreeuwd. En dan verschenen ze onder roffelend applaus op het verhoog: Luc Cieters, Jan Grauwels, Gerard Bijnens, Jef Ulburghs... Maar de organisatoren schakelden plots de micro's uit. De delegees moesten zich met megafoons behelpen. Twee lijnen in de vakbonden, twee opvattingen hoe het verder moest. Limburgs ACV-voorzitter Rik Nouwen had aangekondigd: 'Voorlopig worden de prikstakingen opgeschort' en Jan Olyslaegers vertelde dat over afvloeiingen in
Genk kon gepraat worden. Veel delegees zagen dat anders.
Luc Cieters: 'Daemen en Olyslaegers beweerden dat de staking nog niet hoefde. Een betoging, oke, maar daarna een rustpauze om het Sint-Anna-conclaaf af te wachten. Maar wij wilden overgaan van een defensieve houding naar een offensieve. Er was geld om de mijnen open te houden. Dat wilden wij afdwingen van het SintAnna-conclaaf. Wij wilden geen nieuw sluitingsscenario. Wij wilden een toekornst. Voor wie de betoging heeft meegemaakt is het duidelijk dat dat de laatste repetitie was voor een staking. Zoals de groep mijnwerkers die betoging in handen nam: dat was nog nooit gebeurd. De eis van de vakbondstop 'Werkgevers is gelijk aan werk geven', niemand heeft die eis gehoord. Het was duidelijk wat de eisen waren. Het eisenprogramma was gekend. ledereen stond daar achter. Twee of drie dagen na de betoging zijn we in staking gegaan.'

Een locomotief komt op gang
De uitbarsting van 12 april moest een vervolg krijgen, ook al orndat de ministers Maystadt, Gol en Eyskens het niet konden laten de ene vernietigende verklaring na de andere over KS af te leggen.
Jan Grauwels: 'Na de betoging in
Hasselt wilde het volk vooruit, maar de vakbonden duwden op het rempedaal. Dat gevecht heeft twee, drie dagen geduurd. Maandagmorgen, 14 april, was Panorama op de put. Ze wilden de start van de staking filmen. De volgende dagen mochten die mensen er niet meer in van de directie. Zo hebben zij de start toch nog gemist.
De badzaal stond op stelten die maandagmorgen. Waar het hart van vol is, loopt de mond van over. ledereen sprak over de betoging in
Hasselt en over het pamflet van de PVDA met de oproep in staking te gaan vooraleer de regering zou beslissen.
Gerard Bijnens twijfelde nog. Andre Daemen had hem zondag gezegd af te wachten wat er op Sint-Anna uit de bus zou komen.
Maar de mijnwerkers vroegen: "Gaan wij zomaar als makke schapen over onze toekornst laten beslissen?" Sinds '84 hadden wij met Gerard alles samen gedaan. Samen waren we met de petitie rondgegaan, samen stonden we op het podium in
Hasselt. Het moest ook nu in eenheid gebeuren. Daarom heb ik niet echt de vlam in de pijp gestuurd. Ik zei: "Jongens, wat zaterdag gebeurd is, die betoging, dat was fantastisch. Eigenlijk zou dat vuur nu moeten blijven branden".
Op de eerste rijen bekeek iedereen elkaar. Het was tien seconden stil. "Wie durft als eerste de trap opgaan?" vroeg iemand. Het was een beetje de vraag: "Wie durft nu eigenlijk de stakingsbreker spelen?" Want op dat moment was 't staking, ledereen bleef staan, ze keken zo... "Wie durft nu als eerste de trap op?" Na twintig seconden reageerde toch iemand: "Vooruit, we zullen maar gaan werken". En ze gingen naar boven. De journalist Johan Depoortere kwam me in het oor fluisteren: "Hei, Jan, 't was bijna prijs he. Had je hen aangemoedigd, dan was 't staking geweest".
Dinsdagmorgen was er opnieuw rumoer in de badzaal. Ik ben beginnen speechen: "Kijk jongens, normaal moeten we in staking gaan". Moske Mantels (ABVV-delegee n.v.d.r.) kwam de trap op: "Neeneenee, we moeten wachten!" "'t Is nu het goeie moment. Martens zit op hete kolen", antwoordde Herman Vermeulen. Bonanno (ACV-militant n.v.d.r.) nam de megafoon over: "Daar moet je niet naar luisteren. Je moet gaan werken". In die wirwar zijn de mensen gaan werken. Orndat er geen eenheid was, orndat er discussie was aan de
trap, gingen de mannen werken.
Toen de morgenpost die
middag bovenkwam, waren de mensen echt woest. Heel de dag waren er onder in de put krakende discussies geweest: "In Brussel valt de beslissing en wij moeten werken alsof er niets aan de hand is!". Het zag zwart van het volk aan de badzaal.
Jan Baeyens, Toine Cuyvers en Guido Bergen (vakbondsvrijgestelden n.v.d.r.) waren daar ook. Het contrast was enorm. Aan de ene kant: wij, met een aantal militanten en heel het volk dat bij ons kwam staan... en zij stonden daar aan de andere kant van him oren te maken en ze hadden niks te zeggen, ze stonden alleen.
Gerard Bijnens was die dag afwezig. Dat was een probleem. Maar langs de andere kant was het geduld van de mijnwerkers niet eindeloos. De staking was volledig gerijpt. We konden niet langer wachten.
Woensdagmorgen is het werk opgeknapt door een aantal vakbondsmilitanten en door de vriendenkring van de PVDA. Dat zat echt goed ineen. ledereen is naar buiten gegaan. Er waren maar zes twijfelaars en ook die kwamen buiten. Het is kras hoe dat zo gegroeid is.
Eyskens had op het SintAnna-conclaaf laten horen dat drie mijnen zonder pardon dicht moesten. Dat deed voor de laatste twijfelaars de deur dicht. De mensen wilden de kat niet langer uit de boom kijken. ledereen wist dat de regering haar plannen ging doorvoeren. De mijnwerkers zouden niet zomaar een deksel op hun put laten leggen.
Voor hen was de tijd rijp. Veel arbeiders in heel Belgie stonden klaar om tegen het SintAnnaplan in staking te gaan. Het was het geschikte moment voor de tegenaanval.
Een mijnwerker van Waterschei vertelt: 'En zo hebben we woensdag de zaken zeif in handen genomen. De vakbondsinstanties wilden de staking niet beginnen. Dat betekende dat Jan Grauwels en Gerard Bijnens ze moeilijk konden uitroepen. Maar wij wisten ook dat zij ons zouden steunen. Zij hadden ons nog nooit in de steek gelaten.
Wij waren zeker van ons stuk. In de mijn van Waterschei was de vriendenkring van de PVDA heel actief. Op de vriendenkringvergadering hadden we afgesproken een
massa enquetes te doen bij de mijnwerkers. Wij wilden weten of zij wel echt bereid waren in staking te gaan. Het was tegelijk ook een sensibilisatie. Wij zijn geschrokken van het resultaat, meer dan 80% van de mijnwerkers wilde in staking gaan en nog wel tot het einde, tot de eis '20.000 in KS' ingewilligd zou zijn.
Als gewone mijnwerkers en vakbondsmilitanten spraken we onze werkmakkers aan: "Gerard en Janneke zullen u straks wel toespreken." "Alle argumenten van 'wachten, wachten' zijn fout." Zo hebben we aan de badzaal aan de mensen gevraagd de staking te starten, voorlopig zonder erkenning. En toen we alles voor mekaar hadden, toen niemand ging werken, hebben we onze delegees gevraagd ons te steunen. En dat hebben ze gedaan ook. De mensen begonnen te scanderen: "Actie, actie!" Spontaan trok iedereen terug naar buiten.
Diezelfde morgen barstte de born ook al in Winterslag. Vanaf half vijf 's morgens vormden zich groepjes aan de mijnpoort. Eerst bleven er twee mijnwerkers staan, dan drie, vijf, dan zeven, dan negen. Een aantal strijdbare mijnwerkers, ondermeer leden van de vriendenkring van de PVDA, nam het initiatief in handen. Roger Saeys kreeg het al dadelijk aan de stok met ACV-delegee Carlucci en met 'Sneeuwwitje', de Marokkaanse ABVV-delegee.
Intussen gingen maar 115 mijnwerkers van de vroege ploeg naar binnen. Dat betekende dat 900 mannen buiten bieven staan. Uiteindelijk kwamen er nog 65 opnieuw naar buiten. Op vijftig arbeiders na was de staking in Winterslag volledig. De sfeer was bijna feestelijk: 'Geen mijnen dicht. Geen afdankingen of afvloeiingen. Wij willen eindelijk een positieve beslissing voor KS'.
's
Middags werd ook in Beringen het werk neergelegd.

Jan Grauwels en Gerard Bijnens moeten even zwijgen
Woensdagavond, 16 april, roepen Daemen en Olyslaegers in allerijlhun bestuursvergaderingen samen. Het is de bedoeling de staking snel en met harde hand de kop in te drukken. Daemen en Olyslaegers beroepen zich op uitspraken van Martens... om de staking op te schorten, in afwachting van nieuwe gesprekken tussen de sociale gesprekspartners.
In de besturen komt maar weinig reactie los. Hoe reageren de mijnwerkers? Diezelfde avond, al tegen de klok van tienen, komt delegee Carlucci in Winterslag aan. Hij brengt verslag van de bestuursvergadering en wordt op awoert-geroep onthaald. 'Doordoen, doordoen! Staking, staking!' klinkt het. Donderdagmorgen, 17 april, blijft de staking in Winterslag algemeen. Alleen enkele delegees trekken naar binnen.
Na afloop van de bestuursvergaderingen spoeden ook Gerard Bijnens en Jan Grauwels zich naar het piket. 'Wij doen door. Wij stellen onze eisen. De regering moet buigen of barsten' horen zij daar. Die nacht houden zij ruggespraak met de ACV-militanten Harry Posikata en Jefke Leurs. De staking moet doorgaan. 0m grote moeilijkheden in de mijncentrales rond Bijnens of Grauwels te vermijden, wordt afgesproken dat Harry Posikata het woord zai voeren aan het piket.
In de kleine uurtjes worden vakbondsmilitanten en hoofdopzichters uit hun bed gebeld: 'Zie dat je straks om half vijf op post bent. Je moet je mensen overtuigen buiten te blijven. Gerard en Jan zullen pas het woord nemen als de staking een feit is'.
Donderdagmorgen, nog voor het krieken van de dag, verschijnen de vakbondsvrijgestelden Toine Cuyvers, Sergio Canini en Guido Bergen aan de poort. Van half vijf tot zes nemen ze de tijd om de
mensen ervan te overtuigen de staking stop te zetten. Maar ieder doet zijn werk zoals afgesproken. De vrijgestelden worden overal tegengesproken: 'Als we nu doordoen, durven zij geen mijnen sluiten. Wij willen een positieve beslissing, 20.000 in KS
Gerard Bijnens en Jan Grauwels komen in deze discussie niet tussen. Ze zwijgen. Jan Grauwels: 'Echt waar, 't werd me warm aan het hart al die militanten zo bezig te zien. Zij wisten waarom en hoe. Ze bewezen gevormde militanten te zijn en 't was goed voorbereid'.
Niemand gaat naar binnen. 0m zes uur nemen Grauwels en Bijnens eindelijk het woord: 'Wij moeten constateren dat de mensen niet akkoord gaan met de beslissing van het bestuur. Die beslissing wordt door een overgrote meerderheid verworpen. Kameraden mijnwerkers, wij zijn uw delegees; door u verkozen, wij blijven eeuwig achter u staan'. Op dat ogenblik verdwijnen de vrijgestelden stiekern van het toneel.
Op de bestuursvergadering heeft Jan Grauwels afgesproken: 'Spreken jullie een uur met de mijnwerkers; ik zai het op vijf minuten houden'. Grauwels heeft de toestand juist ingeschat. Daemen en Olyslaegers verliezen.
De mijnwerkers gaan voort op hun elan. Diezelfde dag schrijven zij een van de mooiste bladzijden uit het mijnwerkersverhaal,namelijk de slag om Zolder. Maar eerst zorgen zij ervoor niet met lege handen ten strijde te trekken, de stakerskomitees worden opgericht.

Een leiding, gegroeid uit de mijnwerkersrangen
Met de megafoon riep Harry Posikata de vakbondsmilitanten en de mijnwerkers op om 8 uur naar het lokaal van de Turkse Eenheid te komen, in de Herenstraat, in de schaduw van de mijntorens. Daar werd het stakerskomitee van Waterschei opgericht. Harry Posikata: 'Zonder de stakerskomitees stond de staking nergens. Ze werkten zoals de vakbonden eigenlijk zouden moeten werken, ze namen de eisen van de mijnwerkers over. In open en democratische vergaderingen werd de toestand iedere dag besproken en werden de acties gepland. ledereen kon het woord nemen en z'n ideeen verdedigen. Vanaf de eerste dag moesten we het probleem oplossen hoe de staking goed en stevig te organiseren. We waren geconfronteerd met het feit dat de vakbondstop de staking niet steun- de. Een aantal mijnwerkers en vakbondsmilitanten deden daarom aan het piket de oproep een comite te vormen. Op de eerste bijeenkomst waren dertig mensen uit onze putaanwezig: vakbondsmilitanten en gewone mijnwerkers, uit het ACV en uit het ABVV, Belgen en gastarbeiders. lk werd tot voorzitter verkozen. We konden van start gaan.
Het hele patronaat eiste al jarenlang dat de mijnen gesloten werden. De regering wilde hun eisen nu inwilligen. Wij zeiden : "Nooit!" Wij wilden geen jobs opofferen voor de geidzucht van de patroons. Wij waren aan iets groots begonnen en wilden doordoen tot we voldoening kregen.'
Jan Grauwels en Gerard Bijnens hebben die donderdagmorgen mee het stakerskomitee van Waterschei opgericht.
Jan Grauwels: 'Op die eerste vergadering zijn een paar fundamentele zaken besproken. In het begin van de vergadering werden alle eisen van de petitie een voor een op een groot bord geschreven. Toen de zin 'Behoud van 20.000 werkplaatsen op KS' op het bord verscheen, strubbelden Gerard Bijnens en Jef Leurs tegen; "Dat is toch niet realistisch. Erzijn nog maar 18.500 mijnwerkers." Maar '20.000', dat was de eis van de betoging. Dat was de eis van de vakbond in '84. Wij wilden dat trouw blijven. De 1.500 afvloeiingen sinds '84 konden we niet goedkeuren. In onze ogen waren zij een stap naar de sluiting. ledereen ging tenslotte akkoord. Het bleef '
20.000 in KS'.
Wat is de rol van het stakerskomitee? Dat was de tweede discussie. Volgens Gerard en Jefke was het de bedoeling de staking te doen erkennen. Daarna moest de vakbond de zaak in handen nemen. Maar wij wilden een staking rond onze eisen. Wij wilden een actieve staking. Daarom moest het stakerskomitee na een eventuele erkenning blijven voortbestaan.
Tenslotte spraken we af om die
middag een vliegend piket uit te sturen naar Zolder. Dat was op z'n Engels, de tactiek van Scargill en zijn kameraden, vanuit de sterke putten naar de andere gaan om een algemene beweging vanuit de basis op te bouwen. Op hetzelfde ogenblik werd ook het stakerskomitee van Winterslag opgericht. Daar werd Richard Deschutter, een ABVV-militant, door de vijftig aanwezigen, tot voorzitter verkozen.
Roger Saeys had die voor
middag een persconferentie belegd om de resultaten van de petitie aan de pers mee te delen. Wij zijn er met de twee stakerskomitees naartoe getrokken. Er heerste een groot enthousiasme. Niet alleen Saeys, maar ook Posikata en Deschutter, de twee voorzitters, hebben er gesproken.
Tegenstanders van de staking hebben rond deze persconferentie stemming gemaakt: '"t Is allemaal Saeys, 't is een PVDA-comite, anti-syndicaal..." Maar je kunt er niet omheen, de stakerskomitees werden vooral gedragen door vakbondsmilitanten en delegees. Er waren mensen bij van verschillende politieke stromingen en partijen, naast politiek niet-georganiseerden.
Wij hebben rond deze persconferentie twee fouten gemaakt. Ten eerste was het fout de persconferentie over de petitie om te vormen tot een persconferentie over de stakerskomitees. Het ging om twee verschillende zaken. Wie achter de petitie stond, was het daarom nog niet noodzakelijk eens over de vorm van de stakingsieiding. Een persconferentie over de petitie alleen -waar wel eensgezindheid over was- zou al mooi geweest zijn om de eisen bekend te maken. Tentweede was het fout het initiatief voor een centrale stakingsieiding maar van twee mijnen te laten uitgaan. In Beringen bijvoorbeeld werd de staking geleid door zes van de acht syndicale delegees. Zij hadden nog geen stakerskomitee gevormd en werden niet uitgenodigd. Wij lieten hen links liggen.
Deze fouten maakten het voor de leiding van de mijncentrales gemakkelijker twijfelende delegees tegen de stakingsieiding op te zetten en de linkse delegees kregen het moeilijker om toe te treden.
Oke, de stakerskomitees waren er. De staking kreeg een gezicht. Men kon zien dat er een leiding was. Dat waren allemaal belangrijke winstpunten op ons palmares. Daemen en Olyslaegers voelden alles uit hun handen glippen. Daarom besloten zij een paar dagen later de staking toch maar te erkennen.'
Ook in de andere mijnen hebben delegees en militanten van het ACV en het ABVV hun verantwoordelijkheid opgenomen. Zij volgden het voorbeeld van Jan Grauwels, de enen aarzelend, de anderen vastbesloten.

Luc Cieters schreef zijn Open Brief:

18 april 1986.

Een delegee en de mijnstaking

Twee dagen geleden hebben de besturen van beide vakbonden opgeroepen het werk te hervatten. Wij, als syndicale afgevaardigden van de mijn van Beringen, hebben de resolutie van de besturen voorgelegd aan de mijnwerkers. Wij hebben ons onthouden van commentaar. We keken naar de reacties van de mijnwerkers.
De meerderheid is in staking. Tegen mijn gewoonte in heb ik een dag gekeken naar een staking. Geen oproepen, geen richting gegeven, maar de tijd gehad om te praten met en te luisteren naar de mijnwerkers. Maar zo'n houding kun je je als afgevaardigde van de vakbond niet lang permitteren. Een staking zonder leiding, zonder duidelijke eisen, brokkelt immers af. Mijn houding was ook ingegeven door het feit dat een meerderheid in het bestuur beslist had. Maar als de arbeiders die beslissing verwerpen, moet er een nieuw bestuur komen waar men normaal gezien z'n mening herziet. Dit leek mij de kortste weg naar de erkenning van het feit dat de mijnwerkers staken.
Nu, vandaag, is het duidelijk. De mijnwerkers staken, er zijn juiste eisen en er zijn leidingen gegroeid uit de basis.
Ik doe een oproep aan alle delegees van beide vakbonden. Wij kunnen niet langer aan de kant blijven staan. Wij moeten de eisen steunen. Wij moeten de stakingsieidingen met onze ervaring helpen en onze leidingen vragen aan te sluitt.i bij deze eisen en stakingsieidingen.
De staking is kordaat. Het is onze verantwoordelijkheid geen breuk te laten ontstaan tussen de vakbondstop en de mijnwerkers.
De mijnwerkers hebben hun vakbond nodig. De vakbonden hebben de mijnwerkers nodig.

Luc Cieters
ABVV-afgevaardigde Beringen ….”

Leiding geven als erkend gekozen leider of als voorhoede-figuur (of als communist) zijn twee verschillende zaken die vaak niet, maar soms wel kunnen samenvallen.
De voorhoede-elementen binnen de arbeidersklasse hebben geen verkiezingsuitslag nodig (als ze al als op één of andere manier kunnen of mogen meedoen) om het effect van hun werk af te meten.
Ten eerste: maken zij zelf onderdeel uit van die arbeidersklasse of van dat deel binnen die arbeidersklasse waarop "gewerkt" is tot het behalen van inzichten of tot het overgaan tot actief handelend optreden.
Ten tweede: zo zullen ze niet op exact kwantitatieve manier kunnen zeggen welke de standpunten bij hoeveel personen worden ingenomen en hoeveel mensen tot hoever bereid zijn om te handelen in overeenstemming met die verworven inzichten. Zij kunnen wél zeggen wat ongeveer de inzicht is van de voorhoede, de grote middengroep (of eventueel daar nog een onderverdeling in kunnen maken) en wat de standpunten zijn van (en wat ongeveer de onvang en de impact is) de achterhoede. Zij kunnen ook zeggen tot hoever de meerderheid klaar staat om in een bepaalde vorm in actie te gaan. Zij kunnen niet altijd exact het moment bepalen waarop men in actie zal gaan, maar wél de voorwaarden kunnen geven waaraan ongeveer voldaan moet worden opdat de actie losbarst.

Een verkiezingsuitslag is voor hen geen graadmeter die zij gebruiken wat hun invloed op de medearbeiders is. Het is vormt ook geen waardeoordeel over hun werking.
"Leiding geven aan de klassenstrijd":Degene die openlijk naar voor wordt geschoven als algemeen aanvaard leider is tegelijk vertegenwoordiger. Hij is maar leider omdat hij het overheersend bewustzijnsniveau van de arbeidersgroep vertegenwoordigt die hem naar voren schuiven. Bij het bestaan van een duidelijke groep van voorhoede-elementen waaruit hij voortkomt of waar hij duidelijk banden mee onderhoudt vertegenwoordigt hij het vertrouwen dat een groot deel van de middengroep stelt in de groep voorhoede-elementen binnen diezelfde arbeidersgroep.
De "leider"naar voren geschoven door de arbeidersgroep moet daarom niet de meest voorhoede-figuur zijn. De meest voorhoede figuur maakt zijn leiding waar door de invloed die hij uitoefent op bijvoorbeeld de erkende leidersfiguur. In hoeverre
kan de erkende leider steunen op de inzichten, kennis, ervaring die de meest-voorhoedefiguur heeft, DAT is belangrijk voor het bepalen van de manier waarop een communist leiding geeft in de klassenstrijd. Zolang een groot deel van de middengroep geen echt revolutionaire opvattingen heeft verworven en hiermee in overeenstemming wil handelen, zal de erkende leider niet persé diegene zijn waarvan men weet dat hij zelf duidelijk revolutionaire opvattingen heeft en die ook uitdraagt en erover diskussieert.
Dus het is niet aan openlijk gekende communisten de EERSTE prioriteit om de "erkende naar voren geschoven of verkozen leiders" te zijn, juist omdat "leiding geven" voor een communist dus zoals gezegd iets anders inhouodt.

Zo is het aantal stemmen in parlementsverkiezingen voor openlijk gekende communisten NIET een maatstaf voor erkenning als naar voren geschoven leider in de klassenstrijd.
Als een openlijk gekend communist naar voren geschoven is omwille van de bovenvermelde redenen en betekent dit niet dat een groot deel van demiddengroep de communistische opvattingen deelt. Dus zowel Jan Grauwels, Luc Cieters als ook openlijk bekend communist Pipo worden op gelijkaardige wiijze naar voren geschoven als leiders, hoewel ze onderling wellicht over een aantal zaken essentieel van mening verschillen. Pipo wordt niet naar voren geschoven OMDAT hij communist is, maar DOORDATzijn communistische opvattingen en marxistische kennis maken dat hij in staat is om uiteindelijk een door de grote groep aanvaardt leider te zijn.
Daardoor dat het grappig is dat een anti-communistische hetze tegen hem, weinig effect heeft op zijn positie. Tenslotte IS de middengroep mischien vooralsnog gewoon nog anticommunistisch, maar aanvaarden ze Pipo als leider omdat hij hun bewustzijnsniveau exact weet te vatten, te vertegenwoordigen, in woorden om te zetten en in daden te vatten.
O ja, dat van dat "enquêtewerk" en "massalijn". Welnu ik herneem zonder commentaar een citaat en laat het oordeel aan de inteligente lezer:

"Een mijnwerker van Waterschei vertelt: 'En zo hebben we woensdag de zaken zeif in handen genomen. De vakbondsinstanties wilden de staking niet beginnen. Dat betekende dat Jan Grauwels en Gerard Bijnens ze moeilijk konden uitroepen. Maar wij wisten ook dat zij ons zouden steunen. Zij hadden ons nog nooit in de steek gelaten.
Wij waren zeker van ons stuk. In de mijn van Waterschei was de vriendenkring van de PVDA heel actief. Op de vriendenkringvergadering hadden we afgesproken een
massa enquetes te doen bij de mijnwerkers. Wij wilden weten of zij wel echt bereid waren in staking te gaan. Het was tegelijk ook een sensibilisatie. Wij zijn geschrokken van het resultaat, meer dan 80% van de mijnwerkers wilde in staking gaan en nog wel tot het einde, tot de eis '20.000 in KS' ingewilligd zou zijn."

Wil je toch mijn visie weten, ga dan naar het begin van de artikelreeks : De PVDA(2008): "Hervorming eerst, niet socialisme", en lees.
Deze reeks artikels gaat verder in volgend artikel.

Geen opmerkingen: