vrijdag 4 april 2008

Arbeidersklasse (8): werken onder arbeiders is, deel ervan uitmaken


Hieronder een stukje (“De slag om Zolder”) dat, volgens mij al voor zichzelf spreekt.
Boudewijn Deckers concentreert “werken onder arbeiders” UITEINDELIJK héél subtiel rond “Hoe zorgen voor het overkomen van een goed PROFIEL van de PVDA bij het kiespubliek…. zodat er veel arbeiders op zullen stemmen in verkiezingen” …. En dat PROFIEL overbrengen moeten we zo activistisch en “militant” mogelijk doen.”
Met de overtuiging dat een revolutie ooit moet komen, waarin de arbeidersklasse zo massaal en zo hardnekkig aan mee doet (en leidt) op basis van een zo hoog mogelijke bewustzijn, komt men tot een héél andere “werking onder arbeiders”. ZEKER als men ZELF DEEL UITMAAKT VAN DIE arbeidersklasse. En wat nog méér is: blijkbaar heeft de ideologie en de politieke lijn die Boudewijn Deckers in de PVDA binnenbracht om de PVDA “te vernieuwen” verf gepakt. Want in het stukje hieronder komen namen voor van partij-militanten die nu in de “vernieuwde” PVDA KADER zijn, dus blijkbaar bereid om de PVDA mee te leiden in “de nieuwe richting” Toen konden ze met hart en ziel meemaken wat het betekent “onder arbeiders werken”. De naam Boudewijn Deckers komt hier niet voor. Hij heeft het blijkbaar dus niet zelf mogen ervaren…..

Uit “ De slag om de mijnen”:

De slag om Zolder
De proloog , 16 april 's avonds. De propagandaploeg van de PVDA, Etienne De Bruyne en Gilbert Schrijvers, verschijnt op het binnenplein van de mijn van Zolder, binnen de poorten.
Etienne De Bruyne: 'Wij wilden de mensen van de nachtpost vertellen dat Genk al plat lag. Er leefde grote solidariteit, maar er was geen leiding. De mensen bleven allemaal buiten staan, op het binnenplein. De politie probeerde ons te pakken te krijgen. Maar wij liepen tussen het volk. Het was een heen-en-weer-geloop op dat plein, en voortdurend sprongen mijnwerkers voor de voeten van de politieagenten. Toch kregen ze Gilbert vast. Ze sleurden hem in het portierskot. Hij lag dadelijk op de grond, de politie er bovenop. Zij wilden z'n megafoon afpakken. Maar Gilbert wilde die niet loslaten, hij was splinternieuw en had 10.000 frank gekost. Dan, plots, ging zeker 300 man rond het portierskot staan. Ze begonnen allemaal met de vuist op de ruiten te slaan van die 'visbak'. Iemand begon te roepen, en onmiddellijk vielen ze in: "De Generale moet betalen", "De Generale moet betalen". Niet tien of twintig man, allemaal!
De politie heeft Gilbert moeten laten gaan. Zeker 300 mijnwerkers gingen naar huis. Een groot deel van de nachtpost staakte'.
Donderdag
middag,17 april, verscheen een 'vliegend piket' van 80 mijnwerkers uit Waterschei aan de poorten van Zolder.
De journalist Peter Franssen was erbij: 'Dit piket had zichzelf opgelegd tegen niet één mijnwerker geweld te gebruiken. Het doel was door informatie en overtuiging de mijnwerkers te winnen. Vanaf kwart over twaalf begonnen de eerste mijnwerkers van Zolder aan te komen. Iedereen werd individueel aangesproken: "Doe mee,... samen staan we sterk,... Als we nu niet staken maakt Martens korte metten met ons,... Moedig uw delegees aan onze en uw strijd te steunen,..." De stakingswil was groot, maar 't is moeilijk een staking te beginnen als de vakbondsbesturen dwars liggen. Het piket moest ook nog afrekenen met een groep politieagenten en met ingenieurs die de mensen binnen riepen. Vooral ingenieur Jans -'Janske"-maakte zich onverdienstelijk. Iemand riep: "Je kent toch de rattenvanger van Hamelen? Daar staat die van Zolder".
Aan het piket kan men Turkse, Nederlandse en Italiaanse toespraken beluisteren. Ventura leidt ook het stakerskomitee van Zolder waar vijftig mensen aanwezig zijn. Het eisenprogramma van Waterschei en Winterslag wordt er goedgekeurd.
Tegen
1 uur kreeg de politie versterking van 25 rijkswachters in gevechtskledij. De aankomende bussen werden naar binnen geëscorteerd. Op het binnenplein van de mijn stonden nu zo'n duizend arbeiders. Aan de andere kant van het muurtje en het dranghekken waarmee het plein afgezet is, de 80 van Waterschei en 20 mijnwerkers van Zolder die beslist hadden mee te doen. Het overtuigingswerk ging nu naar een hoogtepunt. Een vol uur hielden de speechen aan. "Nog nooit is een mijnwerker gaan werken met de knuppels van de flikken achter zijn rug", speechte Kris Hertogen.
Hij had nauwelijks tijd om adem te halen of de voorzitter van het stakerskomitee van Waterschei, Harry Posikata, sprong naast hem, nam de megafoon over en schreeuwde: "Laat u niet afschrikken. Kies de zijde van de staking, kom bij ons staan". Waarop het 100-koppige blok begon te scanderen: "Sta-king. Sta-king. Sta-king. So-li-dair". En opnieuw begonnen de speechen. Tot een staker van Waterschei het muurtje op wilde maar daar niet goed in slaagde. Zijn linkerbeen is afgezet tot de heup. Ieder noemt hem 'Pipo'. Het werd stil toen zijn kameraden hem het muurtje ophielpen. De man legde zijn krukken opzij, nam met zijn linkerhand het hekken vast en hief zijn andere hand, gebald in een vuist. '"Kameraden! Ik ben, zoals je allen ziet, invalide. Toch ben ik hier om u op te roepen mee te staken. Weten jullie hoeveel ik per drie maanden trek voor mijn been dat ze mij na een mijnongeval hebben afgezet? 29.000 frank! Geloven jullie me niet? Kijk, ik zal het jullie bewijzen!" Hij tastte in zijn portefeuille naar een officieel briefje waarop dat bedrag genoteerd stond. Hij stak dat hoog boven zijn hoofd. Niemand zei een woord. Toen stapte een mijnwerker van Zolder uit de groep naar voor, nam het papier aan, draaide zich terug om naar z'n werkmakkers en hield met twee handen het papier boven zijn hoofd. Nog altijd bleef het stil. Ik voelde de rillingen over mijn rug lopen. En plots gebeurde het, als op bevel zetten 10 à 15 mijnwerkers één stap vooruit, in de richting van het hekken. Een fractie van een seconde later volgden honderd anderen. Het gejuich, het geschreeuw, het applaus was overweldigend. Ik zag mijnwerkers, jongens zo groot als een kleerkast, met tranen in de ogen. Ze hadden gevochten als leeuwen en ze waren aan het winnen!
Toen ik 's na
middags thuis kwam, trilde ik op mijn benen. Niet alleen van vermoeidheid, vooral van emotie'.
's Avonds, bij de nachtpost, komt Tonio Ventura, het ABVV-boegbeeld in Zolder, uit Straatsburg terug. Hij heeft Jef Ulburghs naar het Europees parlement vergezeld. Meteen wordt het probleem van de leiding in Zolder opgelost. Ventura trekt de parking op en probeert iedereen te overtuigen buiten te blijven. Ook deze delegce kiest op een moeilijk ogenblik openlijk de zijde van de mensen die hem verkozen hebben, 's Vrijdags is de zaak rond. Zolder ligt helemaal plat.

Tot hier voorlopig over twee opvattingen over “toets in de practijk”, “enquetewerk”, “massalijn” en “(terug) naar de arbeidersklasse gaan”.

Geen opmerkingen: