Op Solidair.org
“De voorbije weken vloeide er bloed in Tibet en daar is niemand gelukkig mee. De meeste krantencommentaren veroordelen zonder meer de Chinese autoriteiten. Past het toch niet om even de feiten na te trekken?
Lhasa, 14 maart. dolk vast. Volgens de Chinese overheid werden er die dag achttien burgers en een politieofficier gedood en onder andere zeven scholen, vijf ziekenhuizen en 908 winkels in brand gestoken.
…Voorzover onze kranten ooggetuigenverslagen publiceerden, spreken die inderdaad van geweld door Tibetaanse jongeren en monniken . De Nederlandse Volkskrant op 17 maart: ‘Stefan (34) arriveerde donderdag 13 maart in Lhasa (de hoofdstad van Tibet, nvdr). …. Gelijkluidende verhalen verschenen in even onverdachte kranten als The Economist, The International Herald Tribune, en andere.
De Chinese overheid telde 22 slachtoffers van het oproer van 14 maart, vrijwel allen niet-Tibetanen. Bijna vierhonderd burgers zouden gewond zijn.
Pas na lang aarzelen greep de politie in en allicht zal dat niet altijd met de zachte hand zijn gebeurd. ‘…
Is het nog wel zo evident om een boycot van de Olympische Spelen te eisen als sanctie voor het ‘buitensporig geweld’ van de Chinese overheid ?
Waarom zouden de Tibetanen niet het recht hebben op te komen voor een onafhankelijke Tibet? Sommigen trekken dan de vergelijking met het door Israël bezette Palestina… Tibet dat als underdog onze sympathie verdient, het grote China dat we als bezetter moeten brandmerken.
Maar klopt die zienswijze wel?
De relaties tussen China en Tibet zijn zeker niet eenvoudig.
China werd in de 13° eeuw tot één rijk verenigd door Mongoolse keizers. Van dan af hoorde Tibet bij China als een soort vazalstaat. Zoals ook in het middeleeuwse Europa de meeste grote rijken bestonden uit ‘lappendekens’ van vazalstaten. In het begin van de vorige eeuw was het centrale keizerlijke gezag in China totaal verzwakt. Europese mogendheden en Japan legden het land met geweren en kanonnen hun wil op. Ze streden met elkaar om invloed en zelfs om bepaalde gebieden. Londen maakte in 1904 Tibet los van China, officieel opdat het niet in han-den van tsaristisch Rusland zou vallen, in feite om zijn Indisch koloniaal rijk naar het noorden uit te breiden.
De tweede wereldoorlog brengt de Verenigde Staten op de voorgrond in Azië. Eerst erkennen de VS ‘de soevereiniteit van China over Tibet’.
Als de communistische partij echter de macht verovert in 1949 stelt de CIA alles in het werk om Tibet te scheiden van China en leidt daartoe Tibetaanse milities op. De keuze is eenvoudig. Ofwel herstelt China de eenheid met Tibet, zoals het eeuwen is geweest. (6) Ofwel zal Washington in Tibet de plak zwaaien. Want intussen hebben de VS zeer nauwe banden met de plaatselijke feodale adel en geestelijkheid. In 1950 beslist het Chinese Volksbevrijdingsleger Tibet binnen te trekken. Gezien zijn aloud speciaal statuut, wordt Tibet een ruime autonomie toegekend. Net als de andere autonome ge-ieden krijgt het een voorkeursbehandeling vanwege de centrale overheid. Toch blijven blijkbaar bepaalde verwachtingen onbeantwoord.
Welke pogingen er in de geschiedenis ook geweest zijn om Tibet van China te scheiden, nooit heeft ook maar één land in de wereld een onafhankelijk Tibet erkend. Buiten een klein aantal separatisten, waaronder de Tibetan Youth Organisation en sommige groepen monniken, vragen de Tibetanen dat ook niet. Zij willen een moderne maatschappij opbouwen zoals in de rest van China gebeurt.
Als je de berichtgeving bij ons mag geloven staat China volkomen geïsoleerd: de hele wereld veroordeelt het land. In werkelijkheid hebben sinds 14 maart al ruim 100 landen, goed voor bijna drie vierden van de wereldbevolking, hun steun uitgesproken aan China.
Wat is de 'internationale gemeenschap' waar Bush, Sarkozy en de Duitse bondskanselier Merkel over spreken? Men zal zich herinneren dat volgens George W. Bush de 'internationale ge-meenschap' ook zijn oorlog tegen Irak steunde. Bij nader inzien bleek dat toch niet helemaal te kloppen.
In Azië, Afrika en Latijns-Amerika scharen regeringen zich achter China en veroordelen het Tibetaanse separatisme. Zij verdenken het Westen ervan het sterk opkomende China enkel stokken in de wielen te willen steken. De regeringen van Vietnam, Cambodja en Bangladesh waren de eersten om hun steun aan China te betuigen. In felle bewoordingen heeft de Cubaanse regering het oproer in Lhasa veroordeeld. De Venezolaanse president Chavez heeft zijn afschuw uitgesproken voor wat de brandstichters in Lhasa aangericht hebben. …”
Zo kennen we Boudewijn Deckers, Nationaal Kader van de “vernieuwde” PVDA. Geen zelfstandig standpunt innemen als communist, geen standpunt innemen als KADER van een communistishe partij. In 1989 heeft Ludo Martens ook het initiatief overgenomen inzake het bepalen van het standpunt van de PVDA over “de gebeurtenissen op het Tien Amenplein” omdat andere kaders (Boudewijn Deckers heeft toen géén artikels onder zijn naam gepubliceerd) maar héél voorzichtig en met grote slagen om de arm durfden standpunt innemen, “communistische kaders onwaardig”, zo moet Ludo Martens gedacht hebben.
Dus je hebt het opkomend fascisme dat het “jongere” imperialisme vertegenwoordigt dat agressief concurreert met ander relatief “jong” imperialisme (VS) en “ouder” imperialisme (in bv West-Europa) Maar ze zijn relatief eensgezind in hun strijd tegen de “nieuwe” maatschappij-vorm: het socialisme.
De socialistische krachten moeten ook strijd leveren tegen resten van nog oudere maatschappijvormen (feodalisme) omdat (hoewel de strijd van de burgelijke democratische revolutie ook gericht is tegen het feodalisme) elementen van het feodalisme worden “opgenomen” in de burgerlijke maatschappij, de burgelijke ideologie en de burgerlijke “cultuur”. Maw, de burgerij voert haar revolutie niet tot het einde, omdat de burgerij er baat bij heeft om bepaalde feodale restanten te laten bestaan.
Waar in deze strijd tussen twee maatschappijvormen het imperialisme en het socialisme, door het imperialisme ALLES wordt gebruikt (het is tenslotte een OORLOG tussen twee maatschappijvormen) kunnen de socialistische krachten niet anders dan op een bepaald moment de plaatselijke héél arbitraire lokalistische afscheidingsbewegingen bestrijden om héél concrete strategische redenen. Want tenslotte “neutrale” ontwikkeling van “eigen cultuur”, “eigen nationale onafhankelijkheid” BESTAAT niet méér in deze wereld waar het imperialistisch stadium van het kapitalisme wereldomvattend is. Zo was Lenin, OP EEN BEPAALD CONCREET MOMENT en dan nog vooral TACTISCH voor “het recht op afscheiding” van “naties” die ooit “veroverd” waren door het tsarisme en die in hun denken, in hun politieke bewustwording nog verwikkeld waren in de strijd tegen de feodale overheersing. Hij was voor “het recht op afscheiding” omdat hij zo de vrijwillige keuze wilde aanmoedigen, een onderdeel te vormen van de strijd voor het socialisme in een zo groot mogelijk stuk van het vroegere tsarenrijk. Maar tijdens de burgeroorlog, na de revolutie, op moment dat er snel strategisch moest worden beslist tegenove de INTERNATIONALE interventie werd er gekozen voor inlijving van gebieden waar “zogenaamde” onafhankelijke bewegingen de “onafhankelijkheid” uitriepen. Dit toelaten zou in de kaart spelen van het imperialistische offensief!
In die zin was het beordeling van de toenmalige actuele concrete situatie (met zijn internationale krachtsverhouding van krachten) van de Chinese Communisten: “Het feodale Tibet moet ingelijfd worden en blijven in het socialistische China”. En dit moest zovéél mogelijk en zovér mogelijk mee het werk zijn van de krachten in Tibet die onderdrukt werden door dit feodalisme.
Een “onafhankelijk” en “vrij” Tibet zal op NU en op DIT moment in het voordeel zijn van het imperialisme (want netzoals KOSOVO nooit “vrij” en “onafhankelijk” gaat zijn in deze imperialistische wereld gaat Tibet dit ook niet zijn) en in het NADEEL van de uitbouw van het socialisme.
Dus de communisten steunen in geenerlei mate de beweging voor een “onafhankelijk” en “vrij” Tibet en de “rechten op een eigen cultuur”. Tenslotte is die “eigen cultuur” de cultuur van het feodalisme en de achterlijkheid, en zal maar in de kaart spelen van het imperialisme die deze resten van feodaliteit zal gebruiken om haar positie in de wereld zo sterk mogelijk te houden.
Wat de vergelijking betreft met de strijd van de Palestijnen voor een “eigen staat”.
Die strijd van is niet de strijd van“de” Palestijnen. Die strijd (en dat is geen strijd met één eengemaakt “Palestijnse” inzet) is een onderdeel van een anti-imperialistische strijd (en héél expliciet tegen de kolonialistische voorhoede van het imperialisme, de “zionistische” staat Israel) in héél de Arabisch-Persisch-Noordafrikaanse regio. Die strijd is op dit moment in de handen aan het komen van een zich ontwikkelende beweging die een eenheid zal vormen van al door het imperialisme kunstmatig opgedeelde “volkeren” en “naties”. Er is daar een ontwikkeling van één politieke lijn, één politiek programma, één eengemaakte Arabisch-Persisch nationale beweging, waarin organisaties als de Hezbollah (en bijvoorbeeld de Libanese Communistische Partij) de voorhoede van uitmaken, maar waarin wellicht zowel Hamas als bijvoorbeeld het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina een rol in zullen spelen. De ontwikkeling van die beweging is soms ook gericht tegen “eigen” nationale heersende burgelijke en feodale krachten die heersen in de “onafhankelijke” nationale entiteiten, onstaan vanuit een imperialistische indeling van de regio na het uiteenvallen van het Ottomaanse rijk. Zonder analogieën te willen creeëren, maar alléénn om het aanschouwelijk te maken wil ik deze beweging die zich aan het ontwikkelen is, willen vergelijken met de Kwo Mingtang onder Soen Jatsen en de rol die de communisten toen gespeeld hebben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten