dinsdag 17 juni 2008

Debat over China. Mogelijk voor de PVDA(9)

Op 14 november schreef ik de nog een volgende mail, als een verdere uitbreiding van mijn antwoord op de laatste mail (zie vorig artikel ) van Frank Willems:

Onderwerp: Drie artikels over situatie in China‏

Hallo Frank,

Je schreef:

"Wat betreft de situatie in Belgie zie ikzelf drie aspecten: 1. Iedereen beseft meer en meer de complexiteit van de Chinese knoop; het klopt allemaal duidelijk niet met de klassieke theorie, maar het werkt - tot nu toe althans-; Een simpele analyse ligt niet voor de hand, voorzichtigheid is geboden en de tijd zal ons meer leren 2. Op enkele 'China- specialisten' na is iedereen volledig opgeslorpt door andere aspecten van de klassenstrijd. Er is tijd noch ruimte voor grote debatten over China, kijk maar hoe summier en partieel het partijcongres deze week in Solidair behandeld
wordt.3. De wil voor een voorzichtige discussie over China, binnen de twee hoger vermelde beperkingen is er zeker. Deze discussie moet focussen op China, niet op verwijten onder ons over de manier waarop we het aanpakken, en zowel theoretische als practische elementen integreren."

Volgens hetgeen ik lees, geregistreerd door mensen die voor het behoud van het socialisme zijn meen ik dat
1. het socialisme in China steeds minder "werkt", het resultaat van een revisionistische (niet marxistische) lijn ontwikkeld in de leiding van de CCP
2. Wat in China gebeurt is een ONDERDEEL van "de klassenstrijd", als China "valt" of "ontaardt" heeft dat grote repercussies op klassenstrijd in de rest van de wereld.
Dus communisten elders in de wereld MOETEN daar een analyse van maken en een standpunt over innemen. Dit deed Lenin ook over de communisten in Duitsland en Marxs over de (men noemden ze nog niet communisten) sociaal-democraten in Duitsland (kritiek op het programma van Gotha) en Marx trouwens over de Communards in Partijs.

Dit gezegd zijnde wil ik gewoon enkele artikels doorsturen aan jou ( je staat vrij om ze te lezen). Ik denk dat jij, omdat je in China zelf zit, wellicht een goed oordeel kan vormen over hetgeen erin staat. Een is van de website "China Study Group", waar allerlei artikels op komen en ook geschreven worden. De website is kritisch, globaal links, maar soms komen er ook rechtsere stukjes op.
Dan een artikel uit New Left Review.
Op de website van Monthly Review (Hinton publiceerde hierin indertijd) heb ik ook heel interessante artikels gevonden. De twee artikels die door Peter Franssen afgekraakt worden heb ik hier ook kunnen downloaden.

Hetgeen ik tot nu toe heb gelezen, aan vooral feitelijk materiaal, staaft tot nu toe mijn standpunt: Er heeft na de dood van Mao een revisionistische fractie zich ontwikkeld en zich meester gemaakt van de leiding van de partij.
De verantwoording voor de politiek van Deng en co, de analyse die zij maken is NIET marxistisch, maar revisionistisch (burgerlijke lijn geformuleerd in marxistische aandoende frases en met behulp van uit hun context gerukte citaten en verwijzingen uit werken van Marx, Lenin en zelfs Mao zelf.
Het kapitalisme dreigt de overheersende produktiewijze te worden in China, en de macht dreigt in handen te komen van kapitalisten.
Maar er is tegenwind. Héél zwak van binnen de partij, omwille van gevaar voor uitsluiting en doordat elke oppositie in de partij monddood wordt gemaakt. Maar dit verzet binnen de partij krijgt hulp van wezenlijk protest en verzet bij de werkers (arbeiders en boeren). Ik denkt dat er wel wat massa-revolte van de werkers in China zal moeten komen om de revolutionaire stroming in de CCP sterker te maken (het een zal het ander beinvloeden en versterken. (Volgens een van de artikels is er een stroming onder de Chinese
studenten die "onder de arbeiders gaat werken")

Waarschijnlijk zal ik NIET mogen een reactie schrijven in MArxistische STudies. Herwig heeft mij nog steeds niet daarvoor gecontacteerd. Maar misschien kan en mag jij WEL iets schrijven. Ik zal het met grote aandacht lezen als het er komt.

Groeten, Nico

Frank Willems reageerde:

Re: Drie artikels over situatie in China‏

Nico,

Bedankt voor de informatie.

De bronnen die je aanhaalt volg ik zelf ook regelmatig.
Natuurlijk is China onderdeel van een wereldwijde klassenstrijd, dat betekent echter niet dat je in Belgie geen klassenstrijd kan voeren zonder een duidelijke opinie over China.
Op dit punt wordt ik steeds meer voorzichtig. De Chinese knoop is complex. Het is niet moeilijk China te veroordelen , maar of het juist is , dat is een andere vraag; je kan hier voor bijna elke theorie argumenten pro en contra vinden. Dat is de belangrijkste reden waarom ik me in het debat wat op de vlakte houd; de scheidingslijn tussen juist en verkeerd is vandaag in China erg moeilijk te trekken, en de Chinese Partij is veel meer een strijdtoneel dan men over het algmeen denkt.

De bronnen die je vermeld zijn mijns inziens eenzijdig, ze zien alleen de problemen, niet de successen of de vooruitgang. Ik heb overigens dezelfde kritiek maar omgekeerd dan tegenover P. Franssen.

mvrgr

Frank

Ik stuurde hierop een aantwoord:

Onderwerp: In verband met de eenzijdigheid van de bronnen‏

Hallo Frank,

Ik wil nog even ingaan op je opmerking: “De bronnen die je vermeld zijn mijns inziens eenzijdig, ze zien alleen de problemen, niet de successen of de vooruitgang.”

Wellicht zijn de bronnen eenzijdig. Ik probeer wel zoveel mogelijk bronnen te vinden, waarvan ik kan veronderstellen dat ze juiste feiten brengen. Dus ook bijvoorbeeld officiële Chinese persagenschappen of overheidswebsites en zeker ook de dokumenten van de CCP ZELF.
Daarom vooral bronnen die NIET vertrekken van een VERWERPEN van het socialisme als oplossing voor de onoverkomelijke problemen die het kapitalisme in zich draagt.
Of ze ALLEEN problemen zien en NIET de successen en de vooruitgang vind ik een te ALGEMEEN oordeel.
1. Er ZIJN problemen, er zijn GROTE problemen, dat erkent de Chinese regering en de Chinese CP ook.
2. Bepaalde materiële feiten die bestaan en te verifiëren zijn, kun je inderdaad bestempelen als successen en vooruitgang. Maar successen en vooruitgang voor wie, dat is belangrijk om vast te stellen.

Zijn die successen en vooruitgang duurzaam en vormen ze een versterking van het socialisme en zijn ze een succes en vooruitgang in de eerste plaats voor het geheel van de werkende klasse (boeren en arbeiders) in China?
Zijn die problemen secundair of essentieel? Zijn die er gekomen door een verkeerd of eenzijdig toepassen van een marxistisch te verantwoorden in essentie (voor de versterking van het socialisme) JUISTE politiek? Of zijn zij juist het gevolg van een marxistische NIET te verantwoorden en (voor de versterking van het socialisme) ONJUISTE politiek?
Als een groot deel van de gegroeide problemen, voor een wezenlijk groot deel van de arbeiders in China verbonden zijn met een bewuste politiek van de CCP naar privatisering van een groot deel van de staatsbedrijven, het invoeren van winststreven, afbouwen van sociale fondsen, invoeren van meer gemengd eigenaarschap in overgebleven staatsbedrijven, dan kan men, volgens mij, vragen stellen bij het socialisme versterkend karakter van die politiek.

De invoering van een nieuwe loonpolitiek sinds 1978, houdt ondermeer in dat door de afbouw van de collectieve sociale voorzieningen het tot dan collectief bijeengespaard deel van het loon dat DAAR VOOR DIENDE, in feiteVERDWENEN is, en niet meer wordt gestort in het overeenkomstige sociale fonds. Dit afgehouden deel van de vergoeding van de arbeidskracht mag dus in het (al dan niet STAATS-)bedrijf blijven, VERLAAGT daar de algemene LOONKOST en VERHOOGT dus de WINST van het betreffende bedrijf. Die winst staat in principe (afgezien van eventuele belastingen) ter beschikking van het bedrijf zelf. Dit is OOK een gevolg van de politiek sinds 1978.

Nu wordt er aan dat PROBLEEM (het gebrek aan sociale voorzieningen) verholpen doordat bedrijven een deel van het HUIDIGE (dus reeds VERLAAGDE) loon (of eventueel wordt een deel van de betaalde belastingen daarvoor voorzien) in een sociaal zekerheidsfonds storten.
Dit laatste wordt vooral gedaan om de stijgende onrust bij de bevolking te luwen.
Maar de nieuwe loonpolitiek sinds 1978 wordt “marxistisch” verdedigd met een citaat van Marx uit “Kritiek op het programma van Gotha”: “Loon al naargelang het geleverde werk”. Dit eclecticisme is een wezenlijk kenmerk van revisionisme. De studie van de GEHELE tekst van Marx, en zeker van de CONTEXT waarin het geschreven is leert dat Marx iets geheel ANDERS zegt, dan wordt geinsinueerd aan de hand van een beperkt citaat. Het is bijvoorbeeld interessant om de bespreking van dat werk van Marx door Lenin in Staat en Revolutie te lezen en de conclusies die Lenin trekt voor de uitbouw van het socialisme!

En dan is het nu in de realiteit, de directie van het BEDRIJF die bepaalt wat dat loon is en met welk geleverd werk dit overeenkomt. Voor de rest wordt de arbeidskracht OPNIEUW een koopwaar: de krachtsverhouding tussen bedrijfsleiding en de al dan niet syndikaal geoorganiseerde arbeider EN de verhouding vraag en aanbod (en de stroom migranten vergroten het aanbod en drukken dus het loon) bepalen de hoogte van het loon.
Ook alweer om interne onrust te vermijden en inderdaad omwille van een verantwoordde VAKBONDSWERKING wordt er geprobeerd een minimumloon vast te stellen.

HET grote succes van China is de enorme economische groei.
Dit wordt uitgedrukt in stijging van Brutto Binnenlands Produkt. Dus is er inderdaad een enorme stijging van geproduceerde rijkdom. Maar aan wie komt die rijkdom toe? Wie krijgt daar ook een stijgend deel van, in de vorm van een- naast een nettoloon - ook een beter verzekerd, veilig en gezond bestaan? Welke klasse gaat er als klasse het meest op vooruit? Welke klasse gaat erop achteruit? Moet naarmate het socialisme vordert en zich versterkt, de kapitalistenklasse niet verdwijnen? Hoe moet je het interpreteren als met de stijging van de economische groei de kapitalisten als klasse, zich VERSTERKT. (ook al mogen zij zich wettelijk nog steeds niet politiek onafhankelijk organiseren, zij kunnen als kapitalist, dus als element van de uitbuitende klasse lid worden van de communistische partij en zo mee het beleid bepalen)

Daarbij is het Brutto Binnenlands Produkt GEEN uitdrukking van het produceren voor het voldoen van maatschappelijke behoeftes. (infeite zegt het NIETS over het lukken of mislukken van socialistische planeconomie) Het is gewoon het totaal van diensten en produkten uitgedrukt in hun WAARDE. Het is tegen die WAARDE waarvoor die diensten en produkten VERKOCHT zullen worden of reeds verkocht zijn. Dus die diensten en produkten zijn IN DE EERSTE PLAATS ter beschikking NIET voor het lenigen van een bepaalde vastgestelde behoefte of nood maar voor een degenen die ze kan BETALEN, dus voor de KOOPKRACHTIGE vraag.
Dus betekent het grote succes van China waarover IEDEREEN het eens is (de enorme economische groei uitgedrukt in stijging BBP) NIET AUTOMATISCH een versterking van het socialisme. Het kan evengoed het versterken betekenen van VERSCHIL in rijkdom. En toename van maatschappelijke rijkdom die gepaard gaat met grotere VERSCHILLEN in rijkdom…. ligt historisch aan de oorsprong van het ontstaan van klassen….

Een analyse maken van het bestaande socialisme is daarbij een plicht van elke communist of communistische partij. Want heel het “bezig zijn met de klassenstrijd” houdt in dat je de werkers organiseert en opvoedt voor hun uiteindelijke taak: de revolutie en de uitbouw van het socialisme. Dit zijn geen vage utopische zaken maar concrete zaken die liefst zo snel mogelijk op de agenda staan. Een analyse van de reeds bestaande ervaringen maakt dat het wiel niet iedere keer opnieuw moet worden uitgevonden en dat fouten steeds opnieuw herhaald moeten worden. Lenin heeft de lessen getrokken uit de Commune van Parijs, en Mao Zedong de lessen uit de opbouw van het socialisme in de USSR…..
In Europa zullen er zeker lessen te trekken zijn uit de opbouw van het socialisme in China.

Groeten, Nico

Geen opmerkingen: