vrijdag 16 mei 2008

Wat was mei '68? (deel 2)

Kris Merckx citeren uit de Standaard en daar conclusies aan verbinden, is dat vooringenomen? OK, laten we eens zien welk bilan enkele nationale kaders van de PVDA maken op hun eigen website. Van die twee kaders is er één, Herwig Lerouge, die er zeker zolang bij is als Kris Merckx.
Solidair.org 29 april 2008, "Mei 68 maakte een einde aan een autoritaire samenleving", David Pestieau en Julien Versteegh interviewen Herwig Lerouge, nationaal kader van de huidige PVDA en medeoprichter van AMADA die "de voorloper van de PVDA wordt genoemd".

" Hoe is de mei 68-beweging in België ontstaan?
Herwig Lerouge.
In Vlaanderen, en meer specifiek in Leuven is er in mei 68 niets gebeurd, maar wel in mei 66 en in januari 68. Wij waren onze tijd dus vooruit (lacht, nvdr)
…De beweging in Leuven begon in 1966 op een nationalistische basis en zeer snel is ze omgeslagen in een anti-nationalistische revolte. En die revolte richtte zich tegen het francofone establishment en de Société Générale, tegen de kapitalistische Staat die de democratisering verhinderde.
Wij werkten nauw samen met Waalse studenten. In 1967 ben ik nog pamfletten gaan uitdelen aan FN in Herstal, voor een Waalse universiteit in dienst van het Waalse volk in Wallonië. Wij deelden tweetalige pamfletten uit tegen de francofone bourgeoisie.
Hoe verklaart u dan die omslag?
Herwig Lerouge.
Vanaf de jaren zestig was er een eerste democratisering van het onderwijs. Kinderen van arbeiders kregen toegang tot de universiteit… Voor ons, kinderen van arbeiders, was het een heel vreemde wereld. …
Het was een wereld met culturele referenties die voor ons toch vreemd was, zoals klassieke muziek, theater,... Met de komst van kinderen uit een arbeidersmilieu en uit andere lagen van het gewone volk begon ook het studentensyndicalisme te groeien met eisen over de studiebeurzen, over een studentenloon,...
En toen kwam de botsing met de Kerk en de autoriteiten.
Herwig Lerouge.
Ja, in ons geval was dat de Kerk. De studenten eisten de overheveling van de Franstalige universiteit naar Wallonië, onafgezien van de vraag of dat nu een juiste eis was of niet. De Raad van Bestuur die samengesteld was uit de bisschoppen van België, antwoordde dat de Heilige Geest hen had verlicht en verklaarde dat er van overheveling geen sprak kon zijn. De beslissing kon niet in vraag worden gesteld. Dat veroorzaakte een omgekeerde reactie in brede rangen van de studenten. Wij hebben toen betoogd tegen dit dictaat. En daar werd al direct de politie op afgestuurd om op ons te kloppen. En zo kwam er een tweede vorm van oppositie, deze keer tegen de Staat gericht.
Aan de ULB contesteerden de studenten ook het autoritarisme van de academische overheid. In Frankrijk gebeurde hetzelfde. Eigenlijk werd een heel onderwijssysteem in vraag gesteld, toch?
Herwig Lerouge.
Alles werd boven onze hoofden beslist. Vóór we de inhoud bekritiseerden, was het de methode die op de korrel werd genomen. De cursussen werden ex cathedra gegeven in grote auditoria. Wij hadden niet het recht om vragen te stellen. En nog minder om er een andere mening op na te houden. Seminaries, lesgeven aan kleine collectieven, dat bestond toen nog niet.
Aan de KUL-UCL waren de programma’s nog erg beïnvloed door de godsdienst, door de patronale ideologie en door het nationalisme. Dat werd meer en meer in vraag gesteld, wat soms leidde tot alternatieve universiteiten, met alternatieve syllabi door de studenten zelf opgesteld.
De revolte van 68 gold ook op seksueel vlak...
Herwig Lerouge.
In
Leuven was de seksuele segregatie compleet. … Dat druiste wel erg in tegen de sfeer van die tijd. Zo werd Ludo Martens (vroegere voorzitter van de PVDA) van de universiteit weggestuurd omwille van een artikel in het studentblad Ons Leven waar hij hoofdredacteur van was. Het artikel ging over seksualiteit en de pastoors waren rood van woede. Ook in Nanterre, in Frankrijk begon het in 68 ook met een discussie over de slaapzalen van de meisjes. (lacht, n.v.d.r.) Er waren dus tal van interne factoren die tot mei 68 geleid hebben.
U hebt het steeds over de Belgische context, maar 1968 was een jaar waar wereldwijd gecontesteerd werd. Wat was er zo gemeenschappelijk aan al die verschillende bewegingen dat het allemaal in 1968 tot een uitbarsting kwam?
Herwig Lerouge.
Men
kan 1968 niet begrijpen zonder te vertrekken van wat voorafging. Zoals ik het begrijp, kwam men in conflict met de autoriteiten van hier. Wij begonnen toen alles wat die autoriteiten deden en zeiden met een kritisch oog te bekijken. Wij wilden weten of wat ze zeiden in de pers en op school ook wel waar was. Congo werd onafhankelijk en in 1964 was er de opstand in Kisangani die door Belgische para’s in bloed gesmoord werd. Toch werden ze hier als helden onthaald. Het feit dat die kritische ingesteldheid ontstond was erg belangrijk. Wij begonnen toen ook te bestuderen wat er in Vietnam aan de hand was. De Vietnamese weerstanders werden voorgesteld als wilde moordenaars, als duivels die moesten bestreden worden. Wij wilden dat allemaal niet meer geloven en wij begonnen naar de betogingen voor steun aan Vietnam te gaan.
Volgens de regel dat de vijand van mijn vijand mijn vriend is
Herwig Lerouge
. Neen, het ging er gewoon om de heersende hypocrisie te doorbreken. Het eerste artikel van Ludo in 1966 ging over het uitmoorden van duizenden communisten in Indonesië in 1965 door de CIA. Dat eindigde met de woorden: “het zijn tenslotte allemaal kinderen van dezelfde Goede God”. Daarmee hekelde hij de twee maten en twee gewichten in de officiële verontwaardiging.
Ik denk dat het de oppositie tegen de oorlog in
Vietnam was die mei 68 tot een universele beweging gemaakt heeft. Het jaar 1968 begon met het grote communistische Têt-offensief. Heel de wereld kon zien hoe het kleine Vietnamese volk de Amerikaanse reus kon verslaan.
En de strijd voor de dekolonisatie was toen nog altijd aan de gang, denken we maar aan
Mozambique tegen Portugal, Lumumba werd toen een symbool, en Che was net vermoord. In Amerika had je de Black Panthers.
De buitenlandse studenten hebben u toen ook erg beïnvloed...
Herwig Lerouge.
Dat klopt. In 1967 hadden wij inderdaad contacten in Duitsland, met de beweging van Rudy Dutschke en met de jongeren van SDS die hadden gebroken met de socialistische partij. Ze brachten ons bij Lenin en zijn boek Wat te doen? dat we direct begonnen te studeren. We kwamen ook veel in de kring van de Latijns-Amerikaanse studenten. Velen van hen waren actief geweest in de revolutionaire bewegingen op hun continent. Ze leerden ons Che Guevara en Mao Zedong kennen. Door hen zijn we belangstelling beginnen te krijgen voor
China.
Niet alleen
Leuven stond in 1968 op stelten, ook de studenten van de ULB speelden een actieve rol in de beweging.
Herwig Lerouge.
De revolte in Frankrijk drukte haar stempel op wat er aan de ULB gebeurde. Het begon pas echt met een betoging tegen het Griekse kolonelsregime, een dictatuur die zich in 1967 installeerde met de hulp van de NAVO. Op 13 mei was er een solidariteitsmeeting met de Franse studenten gepland en dezelfde avond was er een conferentie over het Griekse kolonelsregime met Melina Mercouri en Vassilis Vassilikos (de auteur van Z). Na de meeting werd beslist het auditorium Paul-Emile Janson te bezetten. Studenten, wetenschappers en professoren vormden een vergadering die het gezag van de raad van beheer niet langer erkende. Wij namen deel aan die Vrije Vergaderingen. Er was niet de minste wrijving tussen Nederlandstalig en Franstalig links.
Mei
1968 in Frankrijk, dat was vooral ook de samenwerking van studenten- en arbeidersbeweging. Hoe zat dat in België?
Herwig Lerouge.
Die nam hier niet dezelfde omvang aan. Er waren wel wat betogingen geweest uit solidariteit met de mijnwerkers van Zwartberg, waar de rijkswacht in 1966 twee van hen had gedood. Maar in feite zijn we pas na onze eerste contacten met stakende arbeiders in Leuven in 1967 vragen beginnen te stellen over de rol van de werkende mensen in de maatschappij. De studie van Wat te doen? heeft ons toen helemaal overtuigd dat de werkende mensen een voortrekkersrol moeten spelen in de verandering van de maatschappij en in de opbouw van een partij."

Euh, o ja, er was ok nog “de opbouw van een partij”…wat voor partij?
Helemaal aan het eind, in vage bewoordingen, als een "fait divers" spreekt Herwig Lerouge over het echte bilan van mei 68 het ontstaan van een georganiseerde groep vanuit de rebellerende studenten, " overtuigd dat de werkende mensen een voortrekkersrol moeten spelen in de verandering van de maatschappij en in de opbouw van een partij"
In het interview met hem spreekt Raoul Hedebouw er helemaal niet meer over… Raoul is een jong kader die "opleiding" in revisionisme heeft gekregen van Boudewijn Deckers, Herwig Lerouge, Jo Cottenier. Logisch dat hij al niet meer beschouwd
kan worden als "revolutionair" of marxist ( in de zin van een correct toepassen van het wetenschappelijk socialisme als wetenschappelijke methode)
Dit ondanks wat hij over zich zelf zegt in ongetwijfelde eerlijke (maar door misleiding gevoedde) overtuiging.

Solidair.org 29 april 2008, Het potentieel van 68 bestaat nog altijd” David Pestieau en Julien Versteegh interviewen Raoul Hedebouw, een relatief jong nationaal kader van de PVDA.

" U hebt mei ’68 niet zelf meegemaakt.
Raoul Hedebouw.
… Mijn ouders waren militanten en hebben dat virus aan mij doorgegeven. Ik begon mijn militant leven in 1994-1996 in de strijd voor een democratisch onderwijs, net als in ‘68.
Voor heel veel mensen is mei ‘68 oude geschiedenis. Wat betekent dat volgens u vandaag nog?
Raoul Hedebouw.
…Tal van punten waartegen die generatie ten strijde trok, blijven ook vandaag strijdpunten. Ik denk bijvoorbeeld aan de democratisering van het onderwijs. Er is toen wel een zekere vooruitgang geboekt met de onderwijsmethode maar de democratisering zelf verloopt traag. De strijd om arbeiderskinderen meer te laten doorstromen tot het universitair onderwijs moeten we blijven voeren. …
Een ander punt is de solidariteit met de Derde Wereld. Ik zie die vandaag opnieuw in de andersglobalistische beweging en in de betogingen in Genua, Brussel en
Seattle. En veel jongeren engageren zich vandaag bij ngo’s die dikwijls in die tijd zijn ontstaan.
…(ivm)de nationalistische opgang die we vandaag in Vlaanderen en Wallonië kennen. De generatie van ’68 heeft die nationalistische bewegingen kunnen omvormen tot sociale bewegingen die ijverden voor een meer gelijke verdeling van de rijkdommen en niet voor een verdeling op regionale basis. We danken het vooral aan 1968 dat tal van Vlaamse intellectuelen zich nooit hebben laten verleiden door de Vlaams-nationalistische ideeën en dat ze zich bijvoorbeeld hebben geschaard achter de petitie van Red de Solidariteit.
Bestaan er veertig jaar later nog gemeenschappelijke punten?
Raoul Hedebouw.
We leven vandaag in een andere tijd. Mei 1968 is niet hetzelfde als mei 2008.
In 1968 bestond er nog een sterk socialistisch blok, waardoor de antikoloniale en antioorlogsbeweging meer ruimte kreeg. De krachtsverhoudingen waren toen gunstiger, linkse ideeën en het communisme zelf kenden toen een opgang.
Vandaag, sinds de val van de Muur van Berlijn, is de neoliberale golf in het offensief. Ook al zijn er sinds de jaren 2000 ook weer positieve evoluties. Er is de bocht naar links van Latijns-Amerika.
Venezuela, Bolivia, Ecuador, Brazilië en nu ook Paraguay nemen een linkse koers aan, het ene land al wat meer dan het andere. Ze kiezen voor een sociale weg en voor onafhankelijkheid, ze leggen de bevelen van het IMF en van de Wereldbank naast zich neer. Er is de andersglobalistische beweging, er was ook de beweging tegen de jongerenbanenplannen (CPE) in Frankrijk. Er is het verzet in Irak. En onder de werkende mensen is er steeds meer protest tegen de kloof tussen de lonen en de inkomens van de superrijken. De teloorgang van de koopkracht is stilaan een schrijnend probleem dat meer en meer stakingen uitlokt.
De essentie van 68 was dat de jongeren protesteerden tegen het systeem en dat de werkende mensen revolteerden omdat ze geen deel hadden in de groeiende rijkdommen. Dat potentieel is nog altijd aanwezig. Anders dan toen, maar het is er wel.
Sarkozy trekt ten aanval tegen 1968. Volgens hem is het begrip ‘arbeid’ na ’68 te grabbel gegooid.
Raoul Hedebouw.
Het centrale idee van de studenten- en arbeidersbeweging van 1968 was dat de rijkdommen en de arbeidstijd beter moesten worden verdeeld. En dat de mensen beter moesten kunnen leven. We kenden toen de grootste economische groei sinds WO II maar de werkende mensen kregen daar hun deel niet van. Het werk zelf was niet de kwestie, integendeel, de vraag was veeleer om het te herverdelen.
Als we vandaag het aantal uren delen door het aantal mensen die kunnen werken, dan kom je aan ongeveer 30 uur per week. Dat zou kunnen, als de mensen centraal zouden staan. Daarvoor vochten ze in 68 en links heeft altijd de waarde van de arbeid verdedigd. Wat Sarkozy echt wil, dat is vernietigen wat sinds 68 aan vooruitgang is geboekt. En uurroosters, maar ook lichaam en geest van de werkende mensen volledig ondergeschikt maken aan de belangen van het patronaat.”

Raoul is “links”…
Niets antikapitalistisch, niets revolutionairs, niets dialectisch en historisch materialistisch, niets voorhoede-organisatie binnen de arbeidersklasse uitbouwen, niets inplanting in de arbeidersklasse, niets strijd tegen het revisionisme. Over dit laatste zegt Raoul: "In 1968 bestond er nog een sterk socialistisch blok, waardoor de antikoloniale en antioorlogsbeweging meer ruimte kreeg. De krachtsverhoudingen waren toen gunstiger, linkse ideeën en het communisme zelf kenden toen een opgang.Vandaag, sinds de val van de Muur van Berlijn, is de neoliberale golf in het offensief"… en heeft hij het héél algemeen over "links" en "de opgang van links" En het imperialisme zit niet in een fundamentele crisis die zij niet meer kan oplossen, en kan niet alleen door oorlog, herverdeling van de wereld, verhoging van de uitbuitingsgraad haar bestaan rekken. Nee, niets van dat al: “de neoliberale golf is in het offensief”!

Lees verder in volgend artikel.

Geen opmerkingen: